Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aftrekker

betekenis & definitie

1. (Fles)opener (voor kroonkurken); kurketrekker. Met een aftrekker kunt ge toch een stopsel aftrekken, FLORQUIN 1972, 152.

2. Als werktuig bij het schoonmaken: soort schuiver van rubber of kunststof, aan een steel bevestigd, om het water van vloeren weg te halen, trekker; thans ook met spons en uitwringmechanisme: vloerwisser; - voor ramen: raamwisser, (ruiten)wisser, handwisser.
J.: Hoe zit dat met die vloerwisser? Wat is dat eigenlijk?... P.: Wel, zo een werktuig om het water weg te dweilen is een vloerwisser. J.: Ha, een raclette of een aftrekker, gelijk wij hier zeggen, FLORQUIN 1972, 152.

Het plaatsen verloopt in grove trekken als volgt:... de ruit in kwestie een drietal keren met een alcoholspray schoon maken, dan de natte folie met een aftrekker openspreiden, Koerier 24/5/1978.

< >