zang- en trekvogels die in ongeveer 150 soorten over de hele aarde zijn verspreid. De tot onder de ogen gespleten, driehoekige snavel en de lange, smalle vleugels, die een snelle en beweeglijke vlucht mogelijk maken, bieden de zwaluwen de mogelijkheid insekten in de lucht te vangen.
De boerenzwaluwen bouwen hun van boven open nest uit leem in het inwendige van gebouwen (zie dl. IV, afb. 19). De huiszwaluw (witte onderzijde) bouwt haar nest aan de buitenkant van huizen. Tot op een nauw vlieggat na is het gesloten. De oeverzwaluwen broeden samen aan het eind van soms wel 1 m lange gangen in de steile oevers van rivieren en beken. De zwaluwen zijn zomergasten.