bij gelijkstroom de stroom met een spanning beneden 24 volt. Wordt gebruikt voor elektrische bellen, bij telefoon- en telegrafie-installaties.
Bij wisselstroom noemt men zwakstroom de stroom met een spanning beneden 36 volt. Anderzijds noemt men elke stroom die, bij welke spanning ook, slechts een sterkte heeft van enige milli-ampères ook zwakstroom. Zo zijn b.v. de stromen in de elektronika ondanks spanningen van 200 volt en meer zwakstromen. Door de zelfinductie hebben spoelen voor wisselstromen een grotere weerstand dan voor gelijkstroom; zie smoorspoel.