de in de mantelhuid verborgen, weinig ontwikkelde kalkschelp van de gewone inktvis (sepia). Het hoofdbestanddeel is koolzure kalk.
In vogelkooien ziet men deze lichte, elliptische, tot 20 cm lange schelpen wel om het vogelwijfje aan voldoende kalk voor de vorming van de eierschaal te helpen. Zij pikken er gretig in. Men vindt de schelpen van gestorven dieren aangespoeld op het strand