1. de hoofdstad van het Oude Egyptische faraorijk, de stad met de honderd poorten. De bloeitijd valt omstreeks 1350 v.
Chr. De ruïnes van tempels te Karnak en Luksor getuigen van de macht en pracht van de Ramsessiden (zie Ramses); 2. stadstaat in het Oude Griekenland, dat de hegemonie overnam van Sparta en verloor aan Macedonië, 338 v. Chr.