Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gepubliceerd op 11-07-2022

Vlag

betekenis & definitie

z.n.v.

1°. Langwerpig vierkante banier, die tot herkenningsteeken dient. Vroeger was de vlag niet anders dan het blazoen van hem, aan wien het schip behoorde of die er op streed; en voerde elk vaartuig de vlag van den Soeverein, van de Stad, van de Amiraliteit, van den Edelman of van den Reeder, ten wiens koste het was uitgerust. Zoo had men de Koningsvlag, de Princevlag, de Statenvlag, de Amiraliteitsvlag, de vlag van Amsterdam, enz. In vervolg van tijd diende de vlag ook om de Smaldeelen of Eskaders hunner vloot te onderscheiden: zoo had men, in Engeland: de Amiraals van de blauwe vlag, van de roode vlag enz. Sedert den oorlog tusschen Engeland en zijn Amerikaansche Koloniën, en toen deze, zich onafhankelijk verklarende, een eigen vlag aannamen, begon men ook te spreken van een Nationale vlag, welke uitdrukking zich hooren laat, daar, waar de Natie soeverein is; doch louter wartaal is wanneer zy toegepast wordt op de vlag van een Land, waar een Vorst regeert, en aan het hoofd der zee- en landmacht staat. By het op die wijze verwarren van gezonde begrippen, dient, sedert de omwentelingen in ’t laatst der vorige eeuw, de vlag meer algemeen om te onderscheiden, tot welke natie een schip behoort. Zoo spreekt men van: de Fransche vlag, de Belgische vlag enz. Echter heeft men ook vlaggen, die de rangen der scheepsbevelhebbers onderscheiden, als: de Amiraalsvlag, die van den grooten top, de Vice-Amiraalsvlag, die aan den voortop, de Schout-by-Nachtsvlag, die aan den kruistop wordt gevoerd op de schepen, waarop die Hoofdofficieren zich bevinden. Voorts de Onzijdige of neutrale vlag (in oorlogstijden door de schepen der neutrale natie gevoerd.) Loodsvlag (die op de loodsschuit gevoerd wordt.) Seinvlag (zie ald.) Witte- of Vredevlag (uitgestoken aan boord van een schip, dat met krijgsgevangenen of andere vredelievende bedoelingen tot den vyand gezonden wordt.) Oorlogsvlag, strijdvlag, bloed lag (waarmede het teeken tot den aanval gegeven wordt.) Roode vlag, (die aan den voortop geheschen en door een schot verzekerd, het sein is tot het houden van krijgsraad.) De vlag hijschen, in top halen. De vlag strijken, neêrhalen. — Zijn vlag verzekeren (onder ’t ophalen der vlag een stuk geschut lossen.) De vlag dekt de lading (de handel der onzijdige natiën moet door de krijgvoerende Natiën geëerbiedigd worden.) Handel drijven onder N— sche vlag.
2°. De zeemacht zelve. De Britsche vlag heerscht niet langer over alle zeeën. Die Amiraal heeft de eer onzer vlag gehandhaafd.

Spreekwijze: Hij voert de vlag (hy is de baas).

Hy voert de groote vlag (hy voert het hoogste woord).

Hy laat zijn vlag geweldig waaien, of hywil de vlag overal voeren (hy wil overal den baas spelen.)

Onder iemands vlag varen (onder iemands bescherming staan).

Het met vlag en wimpel winnen (met glans winnen).

Dat staat als een vlag op een modderschuit (die opschik komt niet met de rest overeen).

Veel vlaggen, luttel boters (het innerlijke beantwoordt niet aan het uiterlijke). De vlag strijken. Zie strijken.

Men kan aan de vlag zien, hoe de wind waait, of, als Huygens zegt: Scheepsvlagghe wijst den wint geduurigh waar hy draayt En elcke kabel dient? Wat doen ons jonge Heeren?

Met linten op den broek en op den hoet met veeren?

Die vlagghe wijst den wint, die in haar hoofden waayt.

Wat voert hy in zijn vlag, of in zijn schild - namelijk welk blazoen? (Wat is zijn bedoeling? Welk een man is hy)?

Vlaggen en geen schip (veel geschreeuw, en weinig wols).

< >