Definities van Zeemans woordenboek in de Ensie S
- Saaiem
- Saiek
- Salueeren
- Saluut
- Saluutschot
- Samenvloeing
- Samkyd
- Samoreus
- Sampan
- Sandaal
- Sas
- Satie
- Schaaf
- Schaal
- Schaar
- Schaarstokken
- Schacht
- Schade
- Schadeloos, schaêloos
- Schaffen
- Schafmeester
- Schakel
- Schaken
- Schalen
- Schalm
- Schalmen
- Schampdek
- Schampen
- Schampscheut
- Schandek
- Schans
- Schanskleed
- Schanslooper
- Schansnet
- Schaven
- Schavielen
- Scheep
- Scheepjen
- Scheeprijk
- Scheepsbehoeften
- Scheepsbeschuit
- Scheepsbestier
- Scheepsboord
- Scheepsbouw
- Scheepsch
- Scheepsgebruik
- Scheepsgelegenheid
- Scheepsgevecht
- Scheepsgezellen
- Scheepsjongen
- Scheepskist
- Scheepskok
- Scheepskroon
- Scheepslengte
- Scheepsmakelaar
- Scheepsofficieren
- Scheepsraad
- Scheepsrecht
- Scheepstimmerman
- Scheepstoebehooren
- Scheepstriomf
- Scheepsvaarwater
- Scheepsvolk
- Scheepswerk
- Scheeptuig
- Scheepvaart
- Scheer
- Scheerbout
- Scheergang
- Scheerhaak
- Scheerlijn
- Scheerstokken
- Schef
- Scheg
- Scheggelood
- Schelp
- Schenen
- Schenkel
- Schepeling
- Schepen
- Schepnet
- Scheppen
- Schepper
- Scheren
- Scherp
- Scherpen
- Schets
- Scheur
- Scheurbuik
- Scheut
- Scheut geven
- Schieman
- Schiemannen
- Schiemansgaren
- Schiemansgasten
- Schiemansmaat
- Schieschuit
- Schietbout
- Schieten
- Schietgat
