Weeshuispenningen - Weeshuis- of boodschappenpenningen moest elk weeskind bij zich hebben als hij of zij zich naar buiten begaf. Na gedane boodschap moest de penning ingeleverd worden. De oudste dateren uit 1746. Het waren ronde geelkoperen penningen, aan de voorzijde voorzien van een duif (symbool van de Heilige Geest); aan de keerzijde stond aangegeven tot welk departement het weeshuis behoorde.
Het randschrift luidde: "Teeken van D'Amsterdamsche Weeskinderen". In 1791 vertoonden de weespenningen het stadswapen, geflankeerd door weeskinderen in 18de-eeuwse dracht. Omstreeks 1900 zijn de penningen afgeschaft.
LIT. B. de Ridder, Het teken van de Amsterdamse weeskinderen, O.A. 1969, 344; Peter-Paul de Baar, Controle aan de weeshuispoort, O.A. 1993, 98.