XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Waterschout

betekenis & definitie

Waterschout - Dat was de "notaris" voor zeezaken, de man ten wiens overstaan de schepelingen aanmonsterden, gewoonlijk op de dag voor het vertrek van het schip. Bij geschillen kon het zeevolk zich op de waterschout en het door hem gewaarmerkte contract beroepen. In 1641 werd door de stedelijke overheid het eerste College van Commissarissen van de Zeezaken benoemd, dat zijn taak direct in handen legde van een substituut-waterschout. Het college, dus ook de waterschout, was gevestigd in het gebouw Zeerecht* op het Kamperhoofd*. In de loop der tijd is de functie van waterschout veranderd van een toezichthoudende in een administratieve.

LIT. M.S.C. Huybers, Gebouw Zeeregt aan het IJ, O.A. 1996, 30; Eric Slot, Het Amsterdam van Ashe Stil, O.A. 1999, 146.

< >