XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Torensluis

betekenis & definitie

Torensluis - Deze brug dateert van 1648. Tot 1829 verhief zich op deze 42 m brede welfbrug over het Singel voor de Torensteeg, de Jan Roodenpoortstoren*. In 1947 ontstond in de stad enige ongerustheid over de brug; zij was namelijk vrij vervallen, diende hersteld te worden en men meende dat zij sterk versmald zou worden. Daartegen is toen direct door minnaars van Amsterdams stedenschoon geprotesteerd. De toestand werd er niet beter op.

Per 1 mrt. 1957 werd het verboden om auto's op de brug te parkeren. Het was de enige brug in A., waar men tot dan mocht parkeren. Ongeveer 50 autobezitters maakten iedere dag gebruik van deze parkeerplaats. Architect Schaling kreeg van B. en W. opdracht een nieuwe brug of een restauratieplan te ontwerpen. De toestand was op het laatst zo, dat zelfs voetgangers niet meer over de brug mochten. In juli 1960 begon de restauratie. Bij de fundamenten van de brug werd zeer veel scherven- materiaal van 15de-, 16de- en 1 7de-eeuws aardewerk gevonden. Na twee jaar was de brug geheel vernieuwd.

Parkeren werd echter niet meer toegestaan. Er gingen tijdens de restauratie stemmen op om de Jan Roodenpoortstoren opnieuw op de brug te bouwen. Er waren voor- en tegenstanders. De laatsten wonnen en de toren is er dus niet gekomen. In het oostelijke landhoofd en onder de toren was een ruimte voor de provoost (de "geweldige"), die belast was met de bewaking van de gevangenen die daar werden opgesloten, doorgaans soldaten van het garnizoen die zich schuldig hadden gemaakt aan muiterij of dronkenschap. Onder deze bogen opende eind dec. 1988 de galerie Forum haar deuren. Vaak is er sprake geweest van herbouw van de Jan Roodenpoortstoren, maar tot dusverre zonder resultaat.

LIT. H.J. Zantkuijl, De vondsten bij de Jan Roodepoortstoren, O.A. 1963, 162; Dingeman Korf sr, Scherven brengen geluk, O.A. 1963, 247; J.H. Kruizinga, Amsterdam, stad der duizend bruggen, 1973, 61.

< >