XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Sint Nicolaaskerk

betekenis & definitie

Sint Nicolaaskerk - De Bataafse omwenteling van 1795, die de patriotten aan de macht bracht, leidde tot de scheiding van Kerk en Staat. Dit betekende voor de katholieke Amsterdammers dat nu ook voor hen de weg openstond om hun godsdienst in het openbaar te belijden. Toch zou het nog een tijd duren, want de gelijkstelling van protestanten en katholieken was niet onomstreden in Amsterdam. De Sint Nicolaaskerk is van dit nieuwe zelfbewustzijn een voorbeeld. Het is een van de bekendste kerken van de stad, vooral door haar ligging op de Prins Hendrikkade, recht tegenover het Centraal Station.

De kerk, genoemd naar de oude beschermheilige van de stad, werd gesticht door en voor de parochianen van de oude schuilkerk "Het Haantje"* (in de volksmond "Ons' Lieve Heer op Solder"*, O.Z. Voorburgwal 40). Op 7 febr. 1888 werd het imposante, hoge gebouw met zijn bekende koepelvormen van architect A.C. Bleys ingewijd. De kerk werd van 1966 tot 1973 voor 2,5 miljoen gulden provisorisch gerestaureerd. De vensters in de koepel en tamboer werden dichtgemetseld, de glazen binnenkoepel werd in gedemonteerde toestand opgeslagen in de rechtertoren en tegen de ramen werden aan de buitenkant glasplaten bevestigd.

Oorspronkelijk had de kerk 900 zitplaatsen; in 1966 waren er nog 790 kerkgangers, in 1975 nog een kleine 200. Sinds 1969 is de Sint Nicolaaskerk geen gewone parochiekerk, want in dat jaar werden de parochies in de binnenstad opgeheven en vervangen door de z.g. r.-k. Citykerk. In 1974 werd een nieuwe vorm van liturgie ingevoerd. Op 2 mei 1986 werd de "Vriendenkring Nicolaaskerk" opgericht, die zich ten doel stelt de kerk als architectonisch, kunst- en cultuurhistorisch monument te behouden. In de jaren 1995-2001 onderging de kerk een grondige restauratie, waarbij het interieur in oude luister werd hersteld.

LIT. H. Wartenbergh, Drie Sint Nicolaaskerken in Amsterdam, O.A. 1970, 338; P.C.J. van Dael, De Sint Nicolaaskerk, O.A. 1979, 36 en 74; Peter van Dael e.a., Sint Nicolaaskerk Amsterdam, 1987; Eugenie Boer-Dirks, Sint Nicolaas als 'stripfiguur', O.A. 1990, 310; Gerrit Vermeer en Ben Rebel, d'Ailly's Historische Gids Amsterdam. De oude binnenstad, 2000, 29.

< >