Lennep, Jacob van - Jacob van Lennep (1802-1868), was een van de meest geziene Amsterdammers van de 19de eeuw. Hij werd als zoon van de hoogleraar David J. van Lennep geboren, studeerde rechten en vestigde zich als advocaat in het huis Keizersgracht 560, waar een gedenksteen zijn verblijf aldaar in herinnering houdt. In het laatst van zijn leven vestigde hij zich te Oosterbeek. In Oud-West werden een straat en een kade naar hem genoemd. Van Lennep heeft zowel in het letterkundige als in het openbare leven van ons land een vooraanstaande plaats ingenomen.
Zijn boeken hebben echter de tand des tijds niet kunnen doorstaan; lang waren zij nog favoriete lectuur voor jongeren, maar die vonden later de langdradige avonturen, die Van Lennep zijn veelal historische romanpersonen laat beleven, wat al te traag. Alleen "Ferdinand Huyck", dat het 18de-eeuwse A. in beeld brengt, wordt nog wel eens gelezen. Er was geen feestcomité, of de vaardige dichter van menige feestcantate, van menig gelegenheidsstuk voor het toneel ("Het buskruitverraad" bijvoorbeeld) had er zitting in. Geen huldiging of hij, de vlotte en geestige redenaar, hield een toespraak. Populair was hij in alle lagen van de bevolking. Ook op het terrein van de historiebeschrijving heeft hij zich bewogen. Vruchten daarvan zijn de "Geschiedenis van Noord-Nederland" en de "Nederlandsche legenden".
Het volksleven van A. had eveneens zijn aandacht; hij schreef samen met Ter Gouw* een boek over gevelstenen* en uithangtekens*. In de almanak "Oud-Holland" van 1857 schreef hij "Amsterdamsche herinneringen". Voor A. heeft hij grote betekenis gehad. Zo was hij een van de mannen die dr Samuel Sarphati* steunden bij diens plannen tot de bouw van het Paleis voor Volksvlijt*; hij was de man die het initiatief nam tot de aanleg van een duinwaterleiding in de stad (zie: Watervoorziening); hij zorgde ervoor dat er een standbeeld van Vondel* in A. kwam te staan. Vondel had trouwens toch de grote belangstelling van Van Lennep. Hij verzorgde van diens dichtwerken een kostbare uitgave. Bekend is dat Van Lennep eigenlijk de man is geweest die als eerste de "Max Havelaar" van Multatuli* waardeerde, al stond hij een beperkte luxe-uitgave voor, omdat hij het boek voor een brede kring van de bevolking te gevaarlijk en te opstandig vond.
LIT. J.A. Groen jr, Honderd jaar geleden stierf mr Jacob van Lennep, O.A. 1968, 210; Marita Mathijsen, Het Amsterdam van Jacob van Lennep, O.A. 1991, 176.