Handkarren, zowel voor het vervoer van goederen als voor het verhuizen van arbeiders gezinnen, voor straatventers en voor bloemen- kooplui, zijn er in A. altijd meer geweest dan in andere Nederlandse steden. Voor de Tweede Wereldoorlog waren er 10.000, waarvan vele in eigendom van de gebruiker, maar de meeste in eigendom van de karrenverhuurders, die voor een klein bedrag per dag of per uur de klant aan een tweewielig vehikel hielpen om bloemkool mee uit te venten of zijn huisraad over te brengen naar een nieuwe woning. Thans zijn er nog ongeveer 100 handkarren over.
In 1975 werd de Nederlandse Handkarrenstichting opgericht, die de handkar als vervoermiddel in leven tracht te houden. Jarenlang op Sint Christoffel (de patroon van reizenden), 25 juli, organiseerde deze stichting een handkarrentoernooi op het Amstelveld. De deelnemers moesten met hun handkarren zo snel mogelijk een slalomparcours zien af te leggen, dat met blikken was afgebakend.
LIT. Mr J.H. van den Hoek Ostende, Handkarren, O.A. 1972, 130.
