XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Handelsblad, Algemeen

betekenis & definitie

Handelsblad, Algemeen - Sinds juli 1825 gaf het hoofdstedelijke handelshuis Wachter en Co. regelmatig tweemaal per maand gedrukte handelsberichten uit, met de beursnoteringen van de belangrijkste goederen. In 1828 verschenen die tweemaal per week, bovendien kwamen er toen scheepvaartberichten, beschouwingen over handelsrecht en nieuwsberichten in voor. Het hoofd van het handelshuis, J.W. van den Biesen, ontdekte dat zijn blad ruimere verspreiding vond dan alleen de kooplieden aan wie hij zijn berichten toezond en hij besloot in deze behoefte aan handelsinformatie, die hij omkleedde met politieke berichtgeving, te gaan voorzien. Op 5 jan. 1828 liet hij het Algemeen Handelsblad verschijnen, het eerste Nederlandse dagblad. Dit eerste nummer werd gedrukt in een pand op de noordhoek van de steeg Keizerrijk, N.Z.

Voorburgwal (nu) 240. In 1903 kwam er een eigen gebouw op dezelfde plek (234-240), gebouwd door Eduard Cuypers. In 1921 werd een vleugel in de Paleisstraat bijgebouwd. Van den Biesen bleek een man met grote journalistieke gaven. Onder zijn twintigjarig hoofdredacteurschap nam het dagblad snel in aanzien en invloed toe. Wie de kop van het oude Handelsblad bekijkt, ziet boven de eigenlijke naam staan "Nieuwe Amsterdamsche Courant". In 1831 overwoog Van den Biesen de uitgave van het blad stop te zetten, omdat hij vreesde dat het na het einde van de Tiendaagse veldtocht overbodig was geworden. Er werd een vereniging opgericht van mensen die wel een groot dagblad wilden houden en de Nieuwe Amsterdamsche Courant oprichtten.

Toen keerde Van den Biesen op zijn beslissing terug. Hij wist de nieuwe krant, waarvan nooit een nummer verschenen is, in zijn dagblad op te nemen en de naam kwam in de kop. In 1846 stierf Van den Biesen. De leiding van de krant kwam aan de gebroeders Diederichs. Er werden toen echter bijzondere maatregelen getroffen, die de onafhankelijkheid van de redactie moesten waarborgen, o.a. door een curatorium te vormen van onafhankelijke personen. Deze onafhankelijkheid is in de loop van jaren van groot belang geweest voor de onafhankelijke berichtgeving van het blad, dat altijd, gedurende zijn hele bestaan, de idealen van het liberalisme heeft verdedigd. Na de

Tweede Wereldoorlog, waarin het door de Duitsers net als vele andere bladen was gemuilkorfd, is het opnieuw als liberaal blad verschenen. In de eerste decennia had de krant altijd nog een betrekkelijk kleine lezerskring, doordat het dagbladzegel, een belasting op de verzending van drukwerk, die samenhing met het formaat, voor de mensen met geringe inkomsten het zich abonneren op een blad onmogelijk maakte. De belasting op dagbladen was in Nederland namelijk veel hoger dan in andere landen, drie- a viermaal zelfs. In 1867 werd in Rotterdam het Anti-Dagbladzegelverbond opgericht, in 1869 werd de belasting afgeschaft (op kranten van voor die datum ziet men het zegel afgedrukt) en daarna was de weg voor grotere kranten, zowel wat omvang als lezerskring betreft, geopend. In 1882 verscheen het Handelsblad voor het eerst met een ochtend- en avond- editie. Gedurende de Eerste Wereldoorlog, toen de kranten door papierschaarste steeds kleiner werden, werd het ochtendblad afgeschaft. Belangrijke journalisten heeft het blad in de loop van de tijd gekend, mensen wier mening in A. grote invloed had. We noemen Charles Boissevain*, een geestig en scherpzinnig man, jarenlang hoofdredacteur, J.H. Geerke, een vermaard en moedig verslaggever, Maurits Wagenvoort, die ongeveer de hele wereld bereisde, Is. Querido*, de schrijver van letterkundige kritieken en de Haagse redacteur C.K.

Elout. Van latere datum vermelden we Herman Rutters, Maurits Uyldert, Philip Mechanicus, Eduard Hoornik, Robert Kiek, S. de Vries, Louis Schotting, Hein van Wijk, Frans de Jonge, Wim Hora Adema, Dries Ekker, J.J. van Mechelen, J.C. Schotel, Jac. Fahrenfort, J. van Galen, Henk Beishuizen, Oscar Mohr, Henk Hofland, E. Garf en Yardin Milord. Op het gebied van de geschiedenis van A. heeft het Handelsblad veel gepubliceerd, o.a. in "Onder de Keizerskroon" (door Jaap Balk) en de historische bijdragen van W.A.F. Oldewelt. In 1970 kwamen er grote veranderingen: toen werd het Algemeen Handelsblad samengevoegd met de NRC, beide als onderdeel van de Nederlandse Dagblad Unie, die werd geleid door Willem Pluygers. Hoewel nu nog een gedeelte van de redactie in A. zetelt, werd het gebouw aan de N.Z. Voorburgwal in 1976 door de NDU verkocht aan de A'damse handelaar in onroerend goed Jack van Zanten.

Het gebouw zou worden gesloopt voor nieuwbouw. Maar de latere eigenares, Wilma B.V., verkocht het in 1980 aan de gemeente, die het bestemde voor de 93 krakers die er al hun intrek in hadden genomen. In 1987 zouden er 90 hat-eenheden in het gekraakte pand worden gebouwd. Door de hoge bouwkosten (14 miljoen gulden) ging dit niet door. Het stuk bouwval aan de Spuistraat dat ook bij het Handelsblad hoorde, werd gerestaureerd en bestemd voor woningen. Met het vertrek van het Handelsblad verdween de zevende krant van de N.Z. Voorburgwal. Eerder vertrokken Het Parool*, Het Vrije Volk*, de Volkskrant*, De Tijd*, De Telegraaf* en Trouw*.

LIT. J. Wagener, Kranten van de Nieuwezijds, O.A. 1977, 155; Herman Franke, Van schavot naar krantekolom, 1982.

< >