XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Handboogdoelen

betekenis & definitie

Handboogdoelen - In 1512 besloot de stedelijke overheid, wegens bouwvalligheid van de oude Schuttersdoelen op de Achterburgwal, een nieuwe Handboogdoelen te doen bouwen. Deze verrees op het Schapenveld*, tussen Spui en Heiligeweg aan het Singel. De oude werd in 1517 verkocht en afgebroken.

Op het Schapenveld stond ook sinds enkele jaren de Voetboogdoelen*. Het was een eenvoudig gebouw, waartegenover de Handboogdoelen pronkte als een rijk, voornaam kasteelachtig bouwwerk met laatgotische vensters, een poort waarop een beeld van Sint Sebastiaan en aan de achtergevel een toren, die gedekt was, naar de overlevering wil, met een spits afkomstig van de Heilige Kruis- of Haringpakkerstoren*. De schietbanen achter het gebouw strekten zich uit tot aan de Kalverstraat. Hier verzamelden zich de schutters van de stad. De mannen met de voetboog in het eenvoudige gebouwtje, de mannen met de handboog in het pompeuze bouwwerk, dat al snel de naam "Grote Doelen" kreeg. In 1649 werden de schietbanen ingekort en ontstonden dwars over de terreinen der schutterij* de Handboog- en de Voetboogstraat. De Handboogdoelen kreeg in de 18de eeuw ook de naam Garnalendoelen*, naar de garnalenmarkt die er toen werd gehouden. Al vroeg dienden de twee doelens ook als logeerplaats voor hoge gasten. In 1601 logeerde in de Handboogdoelen bijvoorbeeld de Markgraaf van Brandenburg. Pas in later tijd begon het grote feesten in de gebouwen en werden hier de schuttersmaaltijden gehouden.

Grote schilders als Van der Helst* en Frans Hals* hebben de schutters bij hun overrijke maaltijden vereeuwigd. In hun tijd echter hadden hand- en voetboogdoelens voor de oorlog reeds weinig waarde meer, daar de vuurwapens het terrein gewonnen hadden. Bovendien groeide de stad zodanig dat ook de schietbanen werden volgebouwd. De Handboogdoelen werd steeds meer een deftige herberg en logement, waar vooral de kunstenaars van de stad zich verzamelden. Helaas werd de fraaie gevel in 1733 afgebroken en vervangen door een wat stijve 18de-eeuwse gevel, tegenwoordig een gevel van de Universiteitsbibliotheek*. Alleen de wapens van de overledenen als versiering in de gevel herinneren nog aan de oude bestemming. Het zijn de wapens van Gerrit Hasselaar, Albert Dirksz.

Pater, Johan van der Poll en Frans Banningh Cocq*, de hoofdfiguur van de "Nachtwacht"*. In het midden staat het gildenwapen. In 1968 werd de voormalige Handboogdoelen grondig gerestaureerd. Het poortje in de Handboogstraat, dat toegang gaf tot de doelenterreinen, dateert van 1650. Het draagt nog de attributen van de handboog. In 1942 is het met veel zorg gerestaureerd. De Voetboogdoelen daarentegen was echter steeds bouwvalliger geworden en werd in 1818 afgebroken.

LIT. J.H. Kruizinga, Amsterdam heeft nog één handboogschutterij, O.A. 1959, 226 en 350; F. Boode, De voormalige Handboogdoelen na de restauratie, O.A. 1968, 204; K. Kleijn, Schutters en studenten; de geschiedenis van de Universiteitsbibliotheek, 1992.

< >