Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 29-09-2023

de deur uitwalsen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Zaanstreek) weggaan.

• De deur uitwalsen ook schertsend voor gaan. // Ik zag 'em de deur uit walsen. Ook trans.: iemand de deur uit walsen (hem er uitgooien) (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)