Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-02-2022

dat heb ik wel gezien

betekenis & definitie

(1989) (cliché) dat heb ik al doorgemaakt; die fase ben ik voorbij. Gebruikt om eerdere ervaringen met of overbekendheid met iets uit te drukken. Vgl. Eng. been there, done that.

• Nee, ik begin geen café meer. Zeven dagen per week aanwezig, iedere dag dezelfde stamgasten, dat heb ik tien jaar gedaan en dat heb ik wel gezien. (Het Parool, 24/03/1989)
• Vorig jaar heb ik in de snackbar van mijn broer gewerkt. Dat heb ik wel gezien, elke dag patat bakken is niks voor mij. (De Volkskrant, 05/12/1990)
• Dit moet ook een zaak worden die vernieuwend is, met elke keer weer een andere stijl. Er moeten hier trends worden geboren." Pschorr moet een ethablissement worden waar het publiek telkens weer terugkomt en niet na een keer denkt 'dat heb ik wel gezien'.. (Het vrije volk, 27/12/1990)
• Een hele week trainen en niet spelen, dat is verschrikkelijk. Maar nog erger is het om elke dinsdag met het tweede te moeten spelen. Niets ten nadele van dat team, maar dat heb ik wel gezien. (Algemeen Dagblad, 08/12/1992)
• Ik ben ook op het moment in mijn leven gekomen, dat ik wat carrière betreft voor me zelf kies. In Amerika waar ik gewoond heb word je maar geacht alles te doen wat je agent voorstelt. „Dat is goed voor je carrière", zegt men dan. Ik heb dat gedaan, je komt dan in situaties terecht waarvan je denkt: wat doe ik hier eigenlijk... Dat is de reden dat ik nu minder buitenlandse mini-series doe, dat heb ik wel gezien. Ik heb voor mij zelf nu de bewuste keuze gemaakt alleen nog dat te doen wat ik leuk of interessant vind. (De Telegraaf, 21/04/1994)