Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-10-2023

daar ben ik vet mee

betekenis & definitie

(19e eeuw) (iron.) daar heb ik niet veel aan; daar schiet ik niets mee op; daar ben ik niet mee gebaat. In het Frans zegt men: ça me fait une belle jambe.

• Brummen gaat over, ja, bevestigt Oudveld, „maar jij hebt net zoo goed kans, omdat je oom lid is van de schoolcommissie.
— Nou, daar ben ik vet mee, dat heb je gezien in de eerste klas! (Ernst Gronins. Romantisch tijdsbeeld. 1904)
• „Nou Jansen,” zei bij, „troost je maar, Gijs is een beste jongen, eerlijk als goud en doodgoed!”
„Ja, daar ben ik vet mee!” was het ruwe antwoord: „doodgoed! wat hê ’k d’ran? was ’t maar omgekeerd!” (Het offer; tijdschrift van het Aartsbroederschap der H. Mis van Eerherstel. 1905)
• Hiernamaals, snikte de houtmagere man, daar ben ik vet meê. Hiernamaals!... Daar heb ik haar niet meer noodig! (tijdschrift De Boomgaard. Jaargang 2. 1911)
• Zij. O, Herman, toen ik u van die gevaarlijke hoogte zag afkomen, scheurde mij het hart. Hij. En ik mijne broek. Niet noodig.—Jef, sta op! vermaande de vader. Ge weet, morgenstond heeft goud in den mond. —Daar ben ik vet mee! zei Jef. Ge steekt toch alles in uwen spaarpot, en ik krijg niets dan de blinde duitjes. (De Volksstem, 24/07/1912)
• Vet zijn met iets. Spottenderwijs zegt men dit van iets, waarvan men geen voordeel of baat heeft; er niet mee geholpen zijn; syn. van er mooi mee zijn en het dial. er dik uit zijn, goed af zijn, in zeer gunstige positie gekomen zijn (Molema, 75); vgl. Gron. 164: Brummen gaat over, maar jij hebt net zoo goed kans, omdat je oom lid is van de schoolcommissie. - Nou, daar ben ik vet mee, dat heb je gezien in de eerste klas! S. en S. 58: Toe kreeg ik vier jaar. Had je toen 'n verdediger Snok? Nou, daar ben je vet mee; Antw. Idiot. 1363: me(t) iet vet zijn, er niet mee gebaat zijn, er geen voordeel van hebben; De Bo, 1318: ergens vet meê zijn, spottende gezeid voor er niet veel meê versteven zijn; Schuermans, 808: vet met iets zijn, met spot of twijfeling gezegd: wel met iets zijn; Tuerlinckx, 691. Vgl. ook het fr. en serez-vous plus gras, zoudt ge er beter aan toe zijn? In Noord-Holland beteekent vet raken, uit den dienst ontslagen worden (van dienstboden). Vgl. in Antw. Idiot. 1469: Zalig zijn met iemand of iet, er niet mee beholpen zijn. (F.A. Stoett: Nederlandsche speekwoorden en gezegden. 1923-1925)
• Zijn vrouw keek hem medelijdend aan. — Die zich verbrandt, moet op de blaren zitten, Eist. —.Daar ben ik vet mee, wedervoer hij half spottend. (Onze toekomst, 26/04/1933)
• Ik zee: „Dan is heel mijn versterf voor jou ... ’n Spaarbankboekske mee acht honderd gulden, zee ze. „Daar ben ik vet mee.” (lange stilte). (Henri ’t Sas: Zand of klei. Blijspel in drie bedrijven. 1942)