Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-07-2022

bij het leven

betekenis & definitie

(1944) (inf.) in hoge mate; heel erg, zeer ijverig. Wellicht wordt hier een strijd op leven en dood geïmpliceerd, een strijd waarbij men zich erg inspant, alsof het leven ervan afhangt.

• Wij nuchtere Nederlanders laten ons bedonderen bij het leven af, om nu maar eens een goed Amsterdamsche uitdrukking te gebruiken. (De Telegraaf, 19/07/1944)
Ze belazerden mekaar bij het leven. (C. B. Vaandrager: De Hef. 1975)
• Ze heeft die man bedonderd bij het leven. (J.W. Holsbergen: Tussen melk en bitter. 1978)
• Dié kon knokken, bij het léven! (J.A. Deelder: Bep van Klaveren. De Dutch Windmill, 1980)
• leven, znw. ’t, in de zegsw. bai ’t leven, zeer ijverig of fanatiek. | Ze zat te pellen bai ’t leven. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Het is een publiek geheim dat Japan in Nederlands Indie spioneert bij het leven. (Rik Valkenburg: Marinier onder de vlag. 1993)
• Afgezien van het feit dat dit niet door bewust beleid veroorzaakt wordt, maar wederom door terugvallende belastingopbrengsten door de recessie, manipuleert Kok bij het leven met de CLD. (Elsevier, 25/09/1993)
• Ik brand dvd’s bij het leven en werken met MacOS 9.2.2 voelt als een straf, of op zijn minst als een curieuze sentimental journey. (MacFan 84, september-oktober 2009)