Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-07-2020

als een godmajoor

betekenis & definitie

(1984) (inf.) erg dronken: 'Hij heeft zich als een godmajoor volgegoten.' Opgetekend te Rotterdam en den Haag. Ook vermeld in het 'Woordenboek van de Drentse dialecten' (2000). In het liedje 'Thee" van de Amazing Stroopwafels komen de regels voor: "We zijn hier als een krentenbol. / Als een godmajoor, we zuipen ons vol." Vgl. als een balletje*. Godsmajoor is een verbastering van grootmajoor, een hoofdofficier. Zie ook: als een godmaleier*.

• Godmejoor, znw. de, in de zegsw. as ’n godmejoor weze, stomdronken zijn. (J. Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: Kèk mè nâh. Plat & bekakt Haags. 1985)
• (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• Of ze ging naar de keuken om Sisi te halen en dan kwam ze daar dronken als een godmajoor de kamer mee binnenwankelen. (Gerard van Westerloo: Sprekend ik: eenentwintig vertellingen. 1996)
• Ik lees niets anders dan dat je om geld zit te springen maar ik lees daarin nog vaker dat je als een godmajoor uit de kroeg bent gekomen. (http://guzzigalore.nl/log, 07/07/2008)
• (Jan Oudenaarden: Wat zeggie? Azzie val dan leggie! Een onderzoek naar het dialect van Rotterdam. 1999)
• (M.A. van den Broek: Alcoholisch Spreekwoordenboek. 2000)
• Kwam hij langs, dronken als een godmajoor, en dan moest hij. (Gerard van Westerloo: De pont van kwart over zeven. De beste journalistieke verhalen. 2015)