Hamilcar (punisch Abd-Melkart, ’Dienaar van Melkart’), naam van verschillende carthaagse generaals en admiraals.
De belangrijkste zijn:1. Hamilcar, zoon of kleinzoon van → Mago (1). In 480 vC stak Hamilcar met een grote legermacht over naar Sicilië om Terillus van Himera op diens verzoek hulp te bieden tegen de machtige syracusaanse tyran → Gelon en de met deze verbonden Theron van Acragas; het is zo goed als zeker dat deze interventie van Carthago in de strijd tussen de tyrannen van Sicilië geschiedde na overleg met de perzische koning Xerxes, die te zelfder tijd tegen Griekenland oprukte. Het leger landde in Panormus, maar leed bij Himera een zware nederlaag. Hamilcar zou tijdens de slag zelfmoord gepleegd hebben.
Herodotus’ bericht dat de slag bij Himera en die van Salamis op dezelfde dag geleverd zouden zijn, verdient geen geloof. Door Hamilcars nederlaag werd de carthaagse expansie op Sicilië voor bijna een eeuw gestuit.
Lit. Herodotus 7, 165-167. - Th. Lenschau (PRE 7, 2297-2299). [Nuchelmans]
2. Hamilcar Barcas (Bliksem), groot politicus en veldheer, leider van de anti-romeinse oorlogspartij in Carthago (ca. 270-229). Na in de eerste punische oorlog (264-241) het opperbevel overgenomen te hebben (247) organiseerde hij het leger en bezette op Sicilië de versterkte punten Hercte (246) en Eryx (244). Tot Cumae toe strekten zijn strooptochten tegen de kusten van Italië zich uit. Ofschoon hij vrijwel ingesloten was en te weinig steun kreeg uit zijn vaderstad, wist hij zich lange tijd te handhaven. Zijn guerilla-tactiek putte echter niet alleen de vijand, maar ook hemzelf uit. Tenslotte zou een vloot vanuit Carthago hulp brengen; zij werd echter door de Romeinen onder Gaius → Lutatius Catulus bij de Aegatische eilanden vernietigd (242). Hierop sloot
Hamilcar vrede, waarbij o.m. Sicilië aan de Romeinen werd afgestaan, en legde het opperbevel neer.
Na lange aarzeling opnieuw tot bevelhebber benoemd, dempte Hamilcar in zijn vaderland een oproer van soldeniers, die in financieel opzicht teleurgesteld waren en gesteund werden door libische opstandelingen (238). Het jaar daarop begaf hij zich met zijn negenjarige zoon → Hannibal naar Spanje, waar hij door verovering van de rijkste gebieden de carthaagse economie weer op de been bracht en een groot mensenarsenaal voor de Carthagers opende. Hij kwam om bij het beleg van Helice (229). Of hij met zijn optreden in Spanje een wraakoorlog tegen Rome voorbereidde, staat niet vast; zeker is wel, dat hij zijn drie zonen → Hannibal, Hasdrubal en Mago een onverzoenlijke haat tegen Rome inblies.
Lit. Polybius, boeken 1 en 2. - Th. Lenschau (PRE 7, 2303-2308). [A. J. Janssen]