Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Wilhelmus KIST

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (Woerden i Sept. 1758 - Arnhem 3 Jan. 1841), broer van Ewaldus, werd in 1779 conrector der Latijnse school te Breda en in 1784 rector te Middelburg. Hij werd er 5 jaren later lector in de algemene geschiedenis aan het athenaeum; later was hij directeur van de Gazette Nationale te Brussel en van 1816-1828 directeur van de Nederlandsche Staatscourant. Hij was bekend door humoristisch getinte romans, die vergeten geraakt zijn.

Bibl.: Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van de landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 dln, 1800, 2de dr., 1824); De ring van Gyges wedergevonden of verzameling van Nederlandsche karakters (4 dln, 1805-’08, 2de dr., 1823); Eduard van Eikenhorst, zijne huisgenooten en vrienden (4 dln, 1811); Zonderlinge lotgevallen van Barend van Poederen enz. (2 dln, 1813-’14); Albertine van Wilgenhorst of de rampen der vooroordelen (1815); Herman van Giessen en zijn lotgenooten, of de gevolgen des oorlogs en der staatsomwentelingen (2 dln, 1825); De Belgen vóór, gedurende en na den opstand (1832).

Lit.: J. Koopmans, Van Kist tot Daalberg, in: De Beweging VII (41911).

< >