komt in ’t Frans voor het eerst voor in 1600 en is ontleend aan het Ital. gazzetta (Venetiaans gazeta), klein geldstukje waarvoor de gedrukte blaadjes werden verkocht; daarna het blaadje zelf. Het wordt nog gebruikt met de betekenis van blad, krant (La Gazette de...), ook in Zuid-Nederland (De G. van Antwerpen). In de geschiedenis van de Franse periodieke pers duidt het woord echter speciaal de voorlopers van de tegenwoordige kranten aan, tot aan de Franse Revolutie.
In Frankrijk verscheen de eerste 30 Mei 1631 te Parijs. Zij werd gepubliceerd door Theophraste Renaudot en heette eenvoudig Gazette; 22 jaar lang heeft Renaudot haar uitgegeven. De eerste nummers hadden 4 bladz. in 40, vanaf 1632 8 bladz., nog later 12. Zij waren van Jan.Dec. doorgenummerd en aan het eind van ’t jaar werden ze ingebonden als een boek: Recueil des Gazettes pour l’armee... Er blijkt uit, dat men nog moeite had, zich los te maken van het idee „boek”.
De Gazette werd ’s Vrijdags op straat te koop aangeboden voor 1 „sol parisis” (Parijse stuiver), van 1633 af’s Zaterdags. Deze eerste krant gaf alleen nieuws, geen artikelen. Richelieu beschermde Renaudot en zijn Gazette en gaf hem ter publicatie berichten door, die hij nuttig achtte. Lodewijk XIII volgde dat voorbeeld, ook Mazarin en Lodewijk XIV.
Volgens de gewoonten van de tijd werd de gazet van Renaudot, die veel succes had, in verscheiden steden nagedrukt; soms werd de naam veranderd (Courrier Universel, Rouen 1631-1632). Er kwamen zelfs parodieën op (Courrier véritable en Gazette et nouvelles ordinaires de divers pays lointains) en tegenstanders van Renaudot gingen hem te lijf in andere blaadjes (l’Anti-Gazette et nouvelles). Maar ondanks haar beperktheid is de Gazette van Renaudot de eerste periodieke, politieke pers. Daarnaast ontstond een gazet op rijm (z Loret). Verscheidene gazettes werden gepubliceerd in Nederland, dat een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan van de periodieke pers (z dagblad).
Op de eerste, de Courant d’Italie et d’Almaigne (F. Dahl vond hiervan nrs uit 1620 en ’21), volgden de Nouvelles de divers quartiers (Amsterdam, 16391643); de Gazette d’Amsterdam begint in 1663, verschijnt dan eens per week, later twee maal.Te Leiden werd een gazet gepubliceerd in 1677; deze laatste werd uitgegeven door La Font, heette eerst Traduction libre des Gazettes flamandes et autres, later Nouvelles extraordinaires de divers endroits en bleef bestaan tot 1814. Te Rotterdam kwam een gazet in 1680, in Den Haag in 1690, te Utrecht in 1710. Ook in Amsterdam verscheen een Gazette burlesque (1684).
Deze gazettes waren zeer gezocht, niet alleen in Frankrijk, waar zelfs Lodewijk XIV ze zich geregeld liet voorlezen, maar in geheel Europa. Kieskeurig in hun berichten of in de toon daarvan waren zij niet altijd. De Franse ambassadeur hier protesteerde geregeld tegen te felle aanvallen of „scandaleuze” berichten ; de Staten verboden dan wel weer een gazet, maar veel gevolg had dat niet. Een bekende gazet was de Nouvelles de la République des Lettres van Bayle, die letterkundig en wijsgerig georiënteerd was.
Uit het eind van de 17de eeuw mogen hier nog genoemd worden, Les nouvelles solides et choisies, geredigeerd door Aubert de Versé en Flournois; Les Lettres historiques, Le Mercure, L’Esprit des cours de l’Europe, deze laatste geredigeerd door Guendeville, die in 1690 in Nederland gekomen was. In 1745 en later was er de Observateur hollandois. Deze gazettes werden hier gelezen maar waren vooral een uitvoerartikel. Dat blijkt ook uit het feit, dat er tevens gepubliceerd werd in het Duits, Engels, Spaans en Italiaans.
Londen had van 1650-’57 zijn Franse gazet: Nouvelles ordinaires de Londres (z ook Donneau de Visé, Loret en Renaudot).
DR G. C. ELLERBROEK
Lit.: E. Hatin, Hist. politique et litt. de la presse en France (dl I-II, Paris 1859) ; Idem, Les gazettes de Hollande et la presse clandestine aux 17e et 18e siècles (Paris 1865) ; Idem, Bibliographie hist. et crit. de la presse périodique française (Paris 1886) ; F. Mitton, La presse française des origines à la Révolution, t. I (Paris I943)> F- Brunot, Hist. de la langue française V, p. 264 vlgg. (Paris 1917); G.
Mongrédien, La vie littéraire au XVIIe siècle hfdst. VI en X (Paris 1947) ; F. Dahl, Dutch corantos 1618-1650. A bibliography (The Hague 1946).
Bloemlezing: P. Ginisty, Anthologie du journalisme du XVIIe siècle à nos jours (2 dln, Paris 1920—21).