Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Wasilij kirillowitsj tredjakowskij

betekenis & definitie

Russisch dichter en literatuur-theoreticus (Astrakan 9 Febr. 1703 - St Petersburg 6 Aug. 1769), zoon van een pope, kwam in 1723 op de Slavograeco-latijnse academie te Moskou, schreef daar reeds enige drama’s en vertrok in 1725 naar Nederland, waar hij 2 jaar in Den Haag woonde. Van i728-’30 studeerde hij aan de Sorbonne, waar hij o.a.

Franse en Russische liefdesliederen schreef. In Rusland teruggekeerd, werd hij aangesteld bij de Academie (in 1745 als professor in de welsprekendheid). Zijn werk — drama’s, gelegenheidsgedichten, lyriek — heeft geen grote artistieke waarde. Als onvermoeibaar vertaler maakte hij het Russisch lezend publiek bekend met Boileau, Horatius, Fénelon. Met Lomonosow en Soemarokow kan men hem als de grondlegger van het Russische classicisme beschouwen. Zijn grote verdienste was, dat hij heeft bijgedragen tot het losmaken van de Russische schrijftaal van het Kerkslavisch, en een der eersten was, die het Poolse syllabenvers verving door het in het Westen en sinds Tredjakowskij ook in Rusland gebruikelijke tonisch-syllabische vers.Bibl.: Stichotworenija (Leningrad 1935).

< >