Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

MOSKOU

betekenis & definitie

hoofdstad van de Sovjet-Unie en voorheen de tweede keizerlijke residentie met (1946) ca 6,25 millioen inw., is gelegen op 550 45' N.Br. en 37° 37' O.L. v. Gr. in het „Moskous Gebied” aan de Moskwa en aan het Moskou Kanaal.

De stad bestaat uit 4 aan de linkerrivieroever gelegen hoofddelen, nl. het Kreml, de Kitajgorod (Chinezenstad), Bjelyjgorod (Witte stad) en Zemljanojgorod (Aardstad; omdat het tot 1850 binnen de Sadowa-gordel, een aarden wal, was besloten), waarbij aan de rechteroever het stadsgedeelte Zamoskworetsje en de naar alle kanten zich uitstrekkende voorsteden gevoegd moeten worden. In 1917 werd de stad uitgebreid en in zes „rayons” (of sectoren) verdeeld, nl. Chamovniki (in het Z.W.), Krasnaja Presnja (in het N.W.), Sokolniki (in het N.O.), Baumanskij (in het O.), RgosjskoSimonovskij (in het Z.O.) en Zamoskworetsje (met het Kreml en Kitajgorod, in het Z.).

Stadsbeeld.

De meeste hoofdstraten, thans recht, gaan straalsgewijze van het Kreml uit en worden door dwarsstraten, alsook, links van de Moskwa, door concentrisch gelegen, thans sterk verbrede (acht rijen auto’s) boulevards met elkander verbonden. De uitgangspunten van het verkeer in alle richtingen in de stad vormen het Sverdlov-plein, het Loebjanka- of thans Dzerzjinskij-plein en het Iljinskaja-plein, alle drie aan Kitajgorod grenzende. De Gorky-straat (2 km lang) loopt door de Iberische Poort recht op het Rode Plein (Krasnaja-plein) voor het Kreml aan. In haar N.W.-voortzetting, de brede Leningradskoje-chaussee, vindt men de Triomfpoort, ter herinnering aan het jaar 1812 opgericht; een andere triomfboog, de Rode Poort (1742) verheft zich op de Sadowaja. Aanzienlijke parken zijn de Alexandertuin, de Dierentuin, het Neskoetsjnijpark en het Gorkij-park.

Het Kreml, een stad op zichzelf, in 1485-1495 door de Italiaanse bouwmeesters Friasin en Solario gebouwd, door muren (waarin 5 poorten) van het overige deel afgescheiden, is en blijft voor Moskou wat het Kapitool was voor Rome. Voor de rechtzinnige Russen was het voorheen, evenals Kiew, een gewijde bedevaartplaats, waar jaarlijks duizenden heentrokken. In zijn hoge, met tinnen en torens gekroonde muren vindt men 5 poorten; voor de Verlosserspoort (Spaskije Worota), versierd met een wonderdadig heiligenbeeld, moest ieder, ook de vreemdeling, het hoofd ontbloten. Binnen die muren heeft men kerken, paleizen en thans ook regeringsgebouwen en pleinen.

De merkwaardigste gebouwen zijn er de Oespenskij Sobor of kathedraal van Maria-Hemelvaart, in 1326 onder Ivan Kalita van hout opgetrokken en in 1475-1479 door de Venetiaanse bouwmeester Fioraventi opnieuw gebouwd, half in Byzantijnse en half in Tataarse stijl. Zij bevat, evenals de andere kerken, een menigte relikwieën en oude fresco’s; zij diende tot kroningskerk der tsaren en tot begraafplaats voor de metropolieten van Moskou. In 1882 is zij geheel hernieuwd. Tegenover haar verheft zich de Archangelskij Sobor of de kerk van de aartsengel Michaël; deze werd in 1333 gesticht en in 1505 hernieuwd en bevat de graven der tsaren van Ivan Kalita tot Ivan Alexejewitsj (gest. 1696). Op het hoogste punt van het Kreml prijkt de Blagovjesjtsjenskij Sobor of de hoofdkerk van Maria-Boodschap, in 1489 opnieuw gebouwd. De kerk Spas na Boroe of de „Kerk des Heilands in het bos” wordt als de oudste beschouwd; het vroegere houten gebouw werd reeds in 1330 in een stenen kerk veranderd en later gedurig hernieuwd.

Opmerkelijk is de 98 m hoge klokketoren van Iwan Welikij, in 1600 door Boris Godoenow gebouwd. Aan de voet van de toren bevindt zich de reusachtige klok, tsaar Kolokol genaamd.

Andere merkwaardige gebouwen in het Kreml zijn: het oude paleis der tsaren, in 1478 gebouwd, het Facettenpaleis, onder Ivan III verrezen, het fraaie keizerlijke paleis, het Oroezjejnaja Palata, met onschatbare verzamelingen van kostbaarheden, oudheden en kunstwerken en het in 17011736 gebouwde arsenaal, waarvoor de in 1812 buitgemaakte kanonnen liggen. Vrijwel al deze gebouwen zijn in gebruik genomen door regeringsinstanties of partijorganen. In de Kitajgorod vindt men voor de Kreml-muur op het Rode Plein het Lenin-mausoleum en de graven van beroemde communisten. Ook bevinden zich de meeste ministeries, de banken en de trusts in en rondom de Kitajgorod. Het Sovjetbureau voor planning aanvaardde in 1935 een io-jarenplan ter modernisering en uitbreiding van de hoofdstad. Als gevolg hiervan werden tal van nieuwe gebouwen in Moskou gesticht, w.o. de reeds genoemde Sovjet-gebouwen, die van de ministeries, een regeringswoonhuis op het Moskwa-eiland.

Ook zijn er aan de rand der stad moderne arbeiderskolonies gesticht in de omgeving van de fabrieken. Deze wijken zijn van elkaar gescheiden door goed aangelegde parken. Autobussen en vooral trolleybussen voorzien in de behoefte van het stadsverkeer. De trams zijn grotendeels verdwenen. Daarbij is er sedert 1932 een voorbeeldige ondergrondse spoorweg in aanleg, die nog steeds wordt uitgebreid en waarvoor geen kosten gespaard worden.

Kunst en cultuur.

Vooral sedert de stad in 1918 weder hoofdstad werd, is het aantal inrichtingen zeer uitgebreid. De belangrijkste zijn: de Staatsuniversiteit (de eerste Russische Universiteit, gesticht in 1755), de Communistische Universiteiten van de Volken van het Oosten en van het Westen, de Chinese Soen-Jat-Sen-universiteit, het Marx-Engels-Lenin Instituut, het Instituut voor de Opleiding van Leraren, de Kroepskaja-academie, de Hogeschool voor Kunstnijverheid, de Technische Hogeschool, de Mijnbouwacademie, het Oriënt-instituut, de Timirjazew-landbouwacademie, het Landmeetinstituut, het Staatsconservatorium, het Plechanow Economische Instituut, Instituten voor Chemische Technologie, Textiel-, Verkeerswezen, de Militaire Academie enz. Van de ca 50 musea te Moskou zijn vooral bekend het Lenin Museum, de Tretjakow-galerij met meer dan 2000 schilderijen, het Historisch Museum, het Polytechnisch Museum, het Revolutie Museum het Centrale Museum voor Volkskunde en dat voor Kunstnijverheid. De Lenin-Bibliotheek telt 10 millioen delen.

Bevolking.

Bij de volkstelling van 1871 telde Moskou ca 602 000 inw. In 1917 was dit getal ruim 2 millioen, in 1939 ca 4 millioen en volgens de beschikbare, niet-officiële gegevens in 1946 ca 6.25 millioen.

Nijverheid en handel

Moskou is een der belangrijkste industriesteden van Rusland. Een eerste plaats neemt de textielnijverheid in. In de tweede plaats staat de fabricage van voedingsstoffen. Zeer vooruitgegaan sinds 1917 zijn echter de metaal- en machinefabricage (de belangrijke ZIS-automobielfabriek) en de chemische industrie. Vooral dank zij de 5-jarenplannen werd de industrie sterk gemechaniseerd en gedecentraliseerd. Binnen een straal van 40 km zijn buiten de stad enorme fabriekscomplexen gesticht, vooral voor de zware en textielindustrie.

De stad is verder de stapelplaats van de Russische binnenlandse handel (ca 1/3 van de handelsomzet van Europees Rusland) en het verenigingspunt van 11 spoorwegen, terwijl een ceintuurbaan alle spoorwegstations van de stad onderling verbindt. Moskou is ook centrum van het zeer belangrijke luchtverkeer naar alle richtingen. Daarenboven heeft de stad door de Moskwa gemeenschap met de Kaspische Zee en met de Oostzee. Naar Moskou stromen de voortbrengselen uit alle oorden van het uitgestrekte rijk.

Bestuur

De stad wordt bestuurd door de zgn. Stads-soyjet. Als hoofdstad des lands is het de zetel van alle centrale organen der Sovjet-Unie en van de Russische radenfederatie R.S.F.S.R. (Russische Social. Federatieve Sovjet Republiek), verder van de Hoge Sovjet, het Centrale Comité van de Partij, van de Raad van Ministers en van alle ministeries. Ook is Moskou nog de zetel van de hoogste organen der Russisch-orthodoxe Kerk.

Geschiedenis

In 1328 werd Moskou, dat onder 1147 voor het eerst in een kroniek werd genoemd, hoofdstad van de Russische grootvorst van Vladimir, alsmede van de metropoliet. Ondanks ontelbare branden en Tatareninvallen groeiden de betekenis en het inwonertal van de stad met de betekenis van dat grootvorstendom, dat dan ook in het vervolg Moskovië genoemd werd. Van 16101612 waren de Polen meester over Moskou, die door de burger Minin en de vorst Pozjarski verdreven werden. In 1703 verplaatste Peter de Grote de zetel der regering van Moskou naar St. Petersburg, maar de groeiende betekenis van Moskou, dat economisch middelpunt bleef van Rusland, werd er niet geringer door. St.

Petersburg werd verwesterste schijn-hoofdstad, Moskou echt-Russische werkelijke hoofdstad. In Sept. 1812 werd de stad enige weken door de legers van Napoleon bezet en door een geweldige brand van verscheidene dagen voor een goed deel verwoest. In Dec. 1905 brak hier gedurende de eerste Russische Revolutie reeds een groot arbeidersoproer uit, dat de Sovjet enige dagen lang meester van de stad maakte. In Nov. 1917 veroverden zij na een gevecht, dat vijf dagen duurde, het Kreml. Sedert Dec. 1922 is Moskou hoofdstad van de Sovjet-Unie. Tijdens Wereldoorlog II is de regering uitgeweken naar Koejbysjew.

De Duitse troepen drongen in Nov. 1941 door tot in de buitenwijken, maar werden teruggeslagen. De schade door bombardementen en artillerievuur is gering geweest.

Gebied van Moskou

(Russisch: Moskowskaja Oblast), werd in 1929 gevormd uit de vroegere gouvernementen Moskou en Rjazan en gedeelten van de gouvernementen Twer en Kaloega. De oblast beslaat een oppervlakte van 47 900 km en telt 9 450 000 inw. Het is het meest bevolkte en ge-urbaniseerde gebied in het centrale deel van Europees Rusland. Ca de helft van de bevolking (vrijwel geheel uit Russen bestaande) is in de stad Moskou woonachtig. 70 pct van het aantal inw., is in stedelijke centra gevestigd. Deze sterke urbanisatie is een gevolg van de grote concentratie van industrieën in dit gebied. Op een oppervlakte van ca 1/400 van het totale areaal van de U.S.S.R. wordt 20 pct van de totale industriële productie vervaardigd.

Het heuvelachtige met loof- en naaldhoutbossen bedekte gebied, wordt door 2 linker zijrivieren van de Oka ontwaterd, nl. de Kljazma, in welks gebied het merendeel van de textielcentra gevestigd is, en de Moskwa, die door de stad Moskou stroomt. De bodem bevat bruinkool, turf, en natuurlijke bouwsteen.

De landbouw is er vooral op gericht de grote stedelijke centra van verse melk, groenten, vruchten (vooral bessen) en aardappelen te voorzien. Uitstekende wegen en een groot aantal spoorwegen verbinden thans het Moskou-gebied met alle delen van het land.

In de laatste jaren heeft het zwaartepunt van de industrie zich van de textiel-industrie verplaatst naar de machine- en chemische nijverheid. Als gevolg van het ontbreken van een ijzer- en staalindustrie legt men zich in de oblast toe op de vervaardiging van speciale machines (o.a. precisieinstrumenten), die weinig metaal maar wel veel geschoolde arbeid vragen. Het merendeel van de machine-fabrieken is in de stad Moskou gevestigd; buiten de stad worden rijtuigen voor tramweg en ondergrondse spoorweg, locomotieven en spoorwegwagons, landbouwwerktuigen, kraakinstallaties, machine-onderdelen en gereedschappen vervaardigd. Van grote betekenis is de chemische industrie, die voor een deel steunt op de locale delfstoffen (o.a. voor het produceren van superphosphaat, phosphaatmeelen zwavelzuur uit phosphoriet, en stikstof uit bruinkool). Hoewel ook de stad Moskou textielfabrieken bezit, liggen de voornaamste textielcentra in het gebied ten O. van de hoofdstad. Naast fabriekmatige productie vervaardigen tal van handwerkerscoöperaties o.m. kunstvoorwerpen, geweven goederen, speelgoed en schoeisel.

De voor de industrie benodigde electrische energie wordt geleverd door centrales die deels met bruinkool, turf of Donbaskolen gestookt worden. Voor de aanvoer van de steenkolen uit het Z. is een speciale spoorweg aangelegd.

De oblast exporteert o.a. machines, gereedschappen, auto’s, precisie-instrumenten, chemische producten, textiel, drukwerken, cosmetica, en sigaretten.

Tot de plaatsen die historisch van belang zijn behoren: Kolomna, aan de uitmonding van de Moskwa in de Oka, welk stadje een Kremlin en veleoude kerken bezit, Novodevitsjij-klooster, voorts St Sergius, een klooster dat gesticht werd door een van de eerste Moskovische prinsen en dat een zeer rijke zilveren schrijn bevat; en het dorpje Borodino ten W. van de hoofdstad.

< >