heet in de Duitse sage van ridder Tannhauser (door Richard Wagner tot onderwerp van een zijner meest bekende opera’s gekozen) de berg, waarin „Vrouw Venus” met haar hofhouding woont en waarheen zij ook mensen lokt, die er een leven van genot leiden, echter ten koste van hun zaligheid. Aan de ingang houdt de trouwe Eckart de wacht, om allen die er willen binnentreden te waarschuwen. „Vrouw Venus” is wel Holda (vrouw Holle), de doodsgodin, die in holle bergen woont.
Ook in het Middelnederlandse lied van Heer Danielken, een variant van de Tannhauser, is sprake van de Venusberg.