hoofdstad van het Bondsland Salzburg, zetel van een R.K. aartsbisschop, met (1951) 100.000 inw. De stad ligt zeer schilderachtig aan beide oevers van de Salzach, die hier tussen de Kapuzinerberg (650 m) en de Mönchsberg (542 m) stroomt, en heeft een voortreffelijke verkeersligging aan de spoorlijnen Parijs - Wenen en Berlijn - Triest; ook is er een luchthaven.
Tot de inrichtingen van onderwijs behoren de R.K. theologische faculteit (overblijfsel der in 1623 gestichte, doch in 1810 opgeheven universiteit), een, eveneens R.K., filosofische faculteit (1928), priesterseminarium, bibliotheken en het museum Carolino-Augusteum. De stad heeft een actief cultureel leven, trekt een jaarlijks toenemende stroom toeristen en verwierf als geboorteplaats van Mozart faam door de organisatie der Festspiele, een internationaal jaarlijks muziekfestival (eind Juli - begin Augustus). Salzburg heeft vrij veel industrie: houtwaren, meubels, leder, kunstwol, voedingsmiddelen, carrosserieën, bier.
Salzburg is ontstaan uit de Romeinse nederzetting Juvavum, het werd in 477 verwoest, doch op dezelfde plaats stichtte de H. Rupert ca 700 een abdij en een nonnenklooster die de kern werden van de latere stad.
Kunsthistorisch.
Dankzij de kunstzin van de vorstbisschoppen is de stad buitengewoon rijk aan kunstschatten en monumenten, vnl. in Italiaanse Barokstijl; reeds in de Romaanse tijd bloeide er de boekverluchtingskunst. De machtige dom van de H. Rupert en Virgilius (1614-’28) door Santino Solari is een typisch Italiaans kerkgebouw met 2, eerst in 1652-’55 voltooide, 82 m hoge torens en een centrale koepel. De oorspronkelijk Romaanse Stiftskirche H. Petrus (1130-’43) werd in de 18de eeuw in Rococo-stijl verbouwd; achter deze kerk ligt het beroemde St-Pieterskerkhof met o.a. de Laatgothische Margareten-Kapelle (1485-’91) en de kluizenarij van de H. Maximus. Vermeldenswaard is de dikwijls verbouwde Franziskanerkirche (13de eeuw) met Gothisch koor door Hans Stethaimer (van 1408 af).
Joh. Bernh. Fischer v. Erlach bouwde de Drievuldigheidskerk (1694-1702), de Kollegienkerk (1694-1707, de Johannisspitalkerk (1699-1704) en de Ursulinenkerk van de H. Marcus (1699-1705), terwijl Caspar Zuccalli de architect van de Erhartskerk in Nonntal (1685-’89) en de Kajetanerkerk van de H. Maximilianus (1685-1700) was.
De Residenz (1595-1619 en 1788-’92) is vooral van belang door de pronkkamers; de Residenzbrunnen (1656-’61) is een van de monumentaalste fonteinen uit de Baroktijd. Met het Schloss Mirabell (1721-’27 door Joh. Lukas von Hildebrandt , met beroemd park) bereikte de barokke bouwkunst in Salzburg haar toppunt. Vele mooie oude burgerhuizen zijn bewaard, o.a. het geboortehuis van Mozart. Het schitterende stadsbeeld wordt beheerst door de Feste Hohensalzburg (van 1077 af, omvangrijke bouwwerken 1465-1519) en het reeds op het einde der 7de eeuw gestichte Benedictijner nonnenklooster Nonnberg.
Lit.: W. Hauthaler u. F. Martin, S.’er Urkundenbuch, 4 Bde (1899-1931); H. Widmann, Gesch. S.’s, 3 Bde (1907-’14); G.
Swarzenski, Die S. Malerei bis zur Blüte d. roman. Stils, 2 dln (Leipzig 1908-’13); A. Riegl, S. Stellung i. d. Kunstgeschichte (Wien 1925); F.
Martin, Kunstgesch. v. S. (Wien 1925); D. Frey u. K. Ginhart in Dehio’s Handbuch d. deutsch. Kunstdenkm., II.
Abt. Österreich, Bd I (Berlin u. Wien 1935); ook ed. Ostmark, 2 (Berlin u. Wien 1941); K. Schneider, Geschichte d. Musik in S. (1935); R.
Teuschert, S. u. s. Festspiele (1947); B. Grimschitz, S. (1947); H. Ullricht, S. (1948); E. H. Rainalter, Mirabell (roman, 1948); K.
O. Wagner, Alt.-S. (Wien 1949); H. Isepp, S. in Bildern (Salzburg 1951); Keldorfer, Klingendes S. (Wien 1951); F. Martin, S., ein Führer durch seine Geschichte u. Kunst (Salzburg 1952).