Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

REIMS

betekenis & definitie

Franse arrondissementshoofdstad in het departement Marne, met (1946) 110 750 inw., is gelegen op de rechteroever van de Vesle, aan het Aisne-Marnekanaal en in een door wijnbergen omringde vlakte der Champagne. Het is spoorwegkruispunt op de lijn Parijs - Verdun en is een der oudste steden van Frankrijk.

STADSBEELD

Reims heeft een binnenstad, die door een ring van brede boulevards van de buitenwijken gescheiden is. Hierbinnen staat haar beroemdste monument, de Gothische kathedraal, Notre Dame (zie ill. Gothiek I en Franse kunst XIII).

Deze werd in 1211 begonnen en er werd de gehele 13de eeuw aan gebouwd. De torens van de gevel kwamen pas eind 15de eeuw klaar. Het is een drieschepige basilicale kerk met drie dwarsschepen en koor. De buitenkant is aan gevel en portalen zeer rijk met sculptuur versierd. Merkwaardig is ook de sculpturale versiering van de binnenkant van de gevel. Er zijn nog enkele 13de eeuwse ramen.

Verder bezit de kerk een fraaie serie gobelins. In Wereldoorlog I is zij zwaar beschadigd door beschieting en brand. De voortreffelijke restauratie met kleine gewapend-betondelen werd geleid door de architect H. Deneux. Het was de kroningskerk van de Franse koningen. De kloosterkerk S.

Rémi
heeft nog een schip uit het midden van de 11de eeuw, maar is pas eind 12de eeuw overwelfd, de tijd waaruit transept en koor stamden. Ook deze kerk is zwaar beschadigd en nog lang niet hersteld. Andere belangrijke gebouwen zijn: het Stadhuis (1627-1880), Aartsbisschoppelijk Paleis (1498-1509) en Paleis van Justitie. In de 19de eeuw heeft men de Romeinse triumfboog, La Porte de Mars (eind 2de eeuw), vrijgelegd.

Reims is de zetel van een aartsbisschop en van verschillende rechtbanken. Men vindt er o.a. een theologisch seminarium, academie van beeldende kunsten, muziekschool, hogere handelsschool, een voorbereidende geneeskundige en een pharmaceutische school. De handel bestaat vooral uit export van champagne en wol. De vervaardiging van de champagne behoort tot de voornaamste industrie. Door de wijnfabricage zijn tal van nevenindustrieën ontstaan (flessen, kisten, kurk, strohulzen). In de krijtbodem zijn uitgestrekte wijnkelders uitgehouwen.

De wijngalerijen van Pommery zijn totaal 20 km lang. De wolnijverheid (laken) dateert reeds van de 13de eeuw. Verder zijn van betekenis wolkammerij, spinnerij, weverij, stoffenververij, levensmiddelen (biscuits) en metaalindustrie. Bovendien is Reims centrum van levensmiddelenverzorging tot in de omgeving van Parijs toe.

GESCHIEDENIS

Tijdens de verovering van Gallië door Julius Caesar (59-49 v. Chr.) was Reims reeds hoofdstad van de Belgische Remi. Het heette toen Durocortorum. In de 3de eeuw werd het residentie van een bisschop, later aartsbisschop. In 496 zou de Frankische koning Chlodovech hier door bisschop Remigius gedoopt zijn, vandaar dat Reims zalvings- en kroningsstad der oude Franse monarchie werd (het laatst Karel X in 1824). Sinds 940 oefende de bisschop ook grafelijke rechten over de plaats met omgeving uit, waardoor zij (ca 1200 van ’s bisschops wege voorzien van stedelijke privileges) lang een soort autonomie behouden heeft (tot 1789). Op 17 Juli 1429 hield Jeanne d’Arc er haar intocht om Karel VI te doen kronen en de aartsbisschop te herstellen, die door de Bourgondische partij verdreven was.

Op 4 Sept. 1870 werd de stad door de Duitsers bezet en van 3-13 Sept. 1914 weer. Daar de Fransen de Duitse frontlijn echter ondanks verschillende pogingen daartoe (o.a. Apr./Mei 1917 onder leiding van generaal Nivelle) niet verder naar het N. vermochten om te buigen, werd de stad van Oct. 1914 tot Oct. 1918 met haar historische kathedraal herhaaldelijk het slachtoffer van zware bombardementen.

In Wereldoorlog II werd de stad van Juni 1940 - 30 Aug. 1944 wederom door de Duitsers bezet. In het hoofdkwartier van generaal Eisenhower, gevestigd in een school, werd 7 Mei 1945 de wapenstilstand getekend tussen de Geallieerden en de Duitsers. De stad bleef in deze oorlog gespaard.

Lit.: P. Vitry, La cathédrale de R. (1915-20); Bazin, Une vieille cité de France (1899); L. Bréhier, La cathédrale de R. (1916); M. Legrand, R. (1932).

< >