is een raad van advocaten, bestaande in elke plaats waar een rechterlijk college zetelt, waarvan de leden benoemd worden door dat rechterlijke college, en waarvan het hoofddoel is om op de voet van het bepaalde in art. 41 v.v. W.v.Sv. aan onvermogende verdachten een raadsman toe te voegen.
Dergelijke toevoeging vindt plaats door de President van het College, indien de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, door de Raad van Rechtsbijstand op verzoek van de verdachte in geval van onvermogen. Deze toevoeging is geregeld in artt. 40 v.v. W.v.Sv.