is een uit zeven officieren samengesteld college dat tot taak heeft aan de Kroon advies uit te brengen wanneer de minister van Oorlog van oordeel is dat een officier der landmacht in aanmerking komt voor niet-eervol ontslag uit de militaire dienst op grond van een rechterlijk gewijsde, een door een hoger of ouder officier ingebrachte klacht of andere betrouwbare gegevens.
Deze Raad wordt bij loting samengesteld voor de behandeling van één zaak. De te volgen procedure is voorgeschreven in de „Bevorderingswet voor de Landmacht 1902” en het „Reglement betreffende de samenstelling en de wijze van werken van de Raden van Onderzoek en van Appèl” (K.B. van 2 Febr. 1903 Stbl. no 65). Van het advies kunnen zowel de aangeklaagde als de minister van Oorlog in beroep komen bij een Raad van Appèl. Van het uitgebrachte advies kan de Kroon, indien geen beroep wordt ingesteld, slechts afwijken in voor de betrokkene gunstige zin (z raad van appèl).
MR H. H. A. DE GRAAFF