(1730-1801), Japans schrijver en Japanoloog, studeerde medicijnen, doch legde zich reeds sedert zijn prille jeugd toe op de studie van de Japanse oude geschiedenis. Hij werd een leerling van Kamo Maboetsji met wiens hulp hij een gecommentarieerde vertaling tot stand bracht van de Kodzjiki (z Japan, geschiedenis).
Motoöri wist de oude Japanse literatuur weer in ere te herstellen en droeg daardoor veel bij tot de herleving van het Sjintó, de opleving van de nationale gedachte en de restauratie van de keizerlijke macht. Met Kada Azoemaroe en Kamo Maboetsji wordt hij tot de drie grootste geleerden van Japan gerekend (San Daidzjin). Hij publiceerde 55 werken in 180 delen. Zijn voornaamste werk is de Kodzjiki-den. Zijn voornaamste leerling was Atsoetane Hirata.