Russisch bioloog (1887-1942), studeerde te Cambridge (Engeland) 1913-1914, werd hoogleraar aan de Universiteit te Moskou in 1914, leidde een expeditie naar Perzië en omliggende streken in 1916 en werd in 1917 hoogleraar in landbouwwetenschap, botanie en erfelijkheidsleer te Saratov in 1917.
In 1921 werd hij president van de Lenin-academie voor Landbouwwetenschappen en directeur van het Instituut voor toegepaste plantkunde. Hij stichtte meer dan 400 research-laboratoria met een gezamenlijke staf van meer dan 20 000 personen. In 1924-1934 leidde hij veel expedities naar Afghanistan, Abessinië, China, Centraal- en Zuid-Amerika, waarbij vooral verschillende soorten en rassen van gekweekte, nuttige, planten verzameld werden. Vavilov meende, dat op de plaats van oorsprong van een, later over een groot gedeelte van de aarde verspreide, plant, vele rassen en onderrassen zouden voorkomen, die van belang zouden zijn voor een verdere verbetering van de gekweekte rassen. Zo bracht hij meer dan 26 000 rassen en onderrassen van tarwe bijeen. Later richtte hij zijn aandacht ook op dierrassen. In 1929 werd hij lid van de Academie der Wetenschappen van de U.S.S.R., en in 1942 Foreign Member van de Royal Society te Londen. Hy stierf vermoedelijk in het begin van 1942, nadat hij door Lysenko op zij was gedrukt, en uit zijn ambten ontslagen.
Vavilov was een aanhanger van de zgn. neo-Mendelistische leer, waarbij wordt aangenomen, dat de „genen”, die de erfelijke eigenschappen beheersen, in de chromosomen gelegen zijn, terwijl er geen sprake is van een erfelijkheid van tijdens het leven verworven eigenschappen. Deze leer werd door Lysenko voor kapitalistisch verklaard en het spreken over de leer van Mendel werd verboden in de U.S.S.R.
Bibl.: Studies on the Origin of Cultivated Plants (Leningrad 1926); The Scientific Bases of Plant-Breeding (1935); Selected Writings of N.I. Vavilov, The Origin, Variation, Immunity and Breeding of Cultivated Plants, transl. by K. Starr Chester (1951, Chronica Botanica XIII, 1-6).
Lit.: Jul. Huxley, Sovjet-Wetenschap en Sovjet-Cultuur, vert. d. M. J. Sirks (1951).