(van Wynge, Winghius), bijbelvertaler (Leuven ca 1495 - Ekeren 1552), regulier kanunnik van het Augustijnenklooster S. Maartens te Leuven, gaf in 1548, negentig jaar vóór de Statenbijbel, een Nederlandse vertaling van de hele Bijbel volgens Jan Henten’s critische uitgave van de Vulgata, verschenen in 1547.
Zowel wat de keuze der bronnen betreft als de methode van vertalen, is zijn werk de bekroning van de Middeleeuwse vertaaltraditie. Zijn vertaling wordt de Leuvense Bijbel genoemd (z Bijbel, bijbelvertalingen). Zij kende in de 16de eeuw 20 volledige drukken. De verbeterde uitgave van 1599, de zgn. Moerentorf-editie (z Moretus), is slechts een aanpassing aan de inmiddels verschenen en verplicht gestelde Vulgatatekst van paus Clemens VIII (1592); zij is het standaardexemplaar voor de latere uitgaven, waarvan de laatste ons bekende dateert van 1838. Ongeveer drie eeuwen lang bleef van Winghe’s vertaling dus de standaard tekst voor Katholieke Bijbellezers.