Spaans dichter en prozaschrijver (1526 - ca 1595), diende aan het hof van Karel V en werd reeds als knaap in de orde van Santiago opgenomen. In 1548 begeleidde hij prins Philips op diens reis door Italië en de Nederlanden.
Zapata begon zijn carrière als literator met een vertaling van Ariosto’s Orlando Furioso, die wel is waar verloren ging, maar waarvan het origineel als voorbeeld diende voor de Carlo farnoso, waarin Zapata Karel V verheerlijkt. Zonder aanspraak te kunnen maken op hoge letterkundige waarde, geeft dit epos interessante anecdotes over vooraanstaande politici en kunstenaars uit de 16de eeuw, o.a. Garcilaso de la Vega. Op latere leeftijd tot vestingstraf veroordeeld, waarschijnlijk wegens schulden en een ook overigens niet smetteloze levenswandel, schreef Zapata een Libro de Cetreria, Emblemas, een vertaling van Horatius’ Epistola ad Pisones en van een der satiren van deze schrijver.
Als belangrijkste werk van Zapata geldt een verzameling memoires, die betrekking hebben op sport en spel, kunst en wetenschap, godsdienst, folklore en allerlei andere onderwerpen. Deze herinneringen van iemand die de grote mannen van een zeer bewogen tijd van zo nabij gekend heeft, geven juist in haar argeloosheid een even onderhoudend als waardevol beeld van het 16de-eeuwse Spanje.
Bibl. : Uitg. v. d. Memoires, o.d.t. „Miscelanea”, d. Pascual de Gayangos (Madrid 1859); nieuwe uitg., als „Varia Historia”, d. Ga. C. Horsman (dl 1, diss. Utrecht 1935), deze titel meer in overeenstemming m. d. oorspr. bedoeling van Zapata.
Lit.: B. J. Gallardo, Ensayo de una biblioteca española de libros raros y curiosos, dl IV (Madrid 1889), art. Zapata; M. Menéndez y Pelayo, Orîgenes de la Novela, dl III (Santander 1943), P. 58-63; J Menéndez Pidal, discurso leido ante la R. Acad. Esp. (Madrid 1915).