Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Intrusie

betekenis & definitie

is in de geologie de inpersing van magma in de aardkorst, in tegenstelling met extrusie, het uitvloeien van magma aan de aardoppervlakte. Het geïntrudeerde magma stolt tot een intrusiegesteente of intrusief gesteente. Vindt de inpersing in het diepe gedeelte van de aardkorst plaats, dan wordt van abyssische intrusie gesproken.

Omvangrijke diepe intrusies heten batolieten. De gedaante van een batoliet is min of meer koepelvormig en blijkt pas, nadat het gedeelte van de aardkorst, waarin de intrusie plaatsgreep, opgeheven is en de batoliet door denudatie is aangesneden.Hoger reikende inpersingen van magma in de aardkorst worden hypoabyssisch genoemd. Grote lensvormige inpersingslichamen tussen sedimenten, waarbij de boven liggende afzettingsgesteenten gewelfd zijn, heten laccolieten, plaatvormige intrusies tussen sedimenten intrusie-platen (Engels Sill).

Intrusies die dwars door lagen heen gaan, worden discordante intrusies genoemd. Zijn deze plaatvormig, dan heten zij gang. Dunne gangen, die van bredere aftakken, heten ader of apophyse. Een pijpvormige discordante intrusie wordt diatrema of eruptiejzuil genoemd, ook pijp (diamant-pijp, kraterpijp). Uit Schotland zijn ring-intrusies en trechter gangen (conesheets) bekend geworden. De eerste zijn brede ringvormige lichamen van stollingsgesteente, die de vorm van een dikke kegelmantel of cylindermantel bezitten, de laatste dunnere trechtervormige intrusie-gangen.

< >