is een plaats aan de noordkust van Nederlands Nieuw-Guinea, ca 30 km van de grens met het door Australië beheerde deel van het eiland, gelegen aan de Humboldtbaai*, op 140° 42' 20" O.L.v.Gr. 02° 32' 20" Z.Br. Het aantal inwoners is thans (Dec. 1950) niet bij benadering aan te geven; de Europese bevolking, voorheen zeer gering, is na Wereldoorlog II en vooral na het onafhankelijk worden van Indonesië sterk toegenomen en wordt ruw geschat op 6000.
Vóór Wereldoorlog II bevonden zich in de omgeving van het Sentani-meer, in het achterland van Hollandia gelegen, enige nederzettingen van Indo-Europese kolonisten. Deze kolonisatie is evenwel mislukt, hetgeen vooral te wijten was aan de geringe vakbekwaamheid van de betrokken kolonisten (men legde zich vooral op de groenteteelt toe).
Op ruim 10 km van de plaats ligt, aan de weg naar het Sentani-meer, Kota Baroe alwaar een aantal Europese functionarissen wonen. Ten N. van dit meer ligt het vliegveld van Hollandia. Na de bevrijding werd Hollandia, in plaats van het grotendeels verwoeste Manokwari*, de zetel van het bestuur over Nederlands Nieuw-Guinea. Sedert dit gebied, bij de Souvereiniteitsoverdracht op 27 Dec. 1949, werd afgescheiden van Indonesië, is Hollandia de standplaats van de gouverneur van Nieuw-Guinea; tevens is het marine-hoofdkwartier.
Het oude Hollandia is in Wereldoorlog II zo goed als geheel verwoest. De bewoners zijn thans gehuisvest in de talrijke, door de Amerikanen gebouwde, militaire onderkomens. Er zijn echter plannen in vergevorderde staat van voorbereiding, om in een periode van drie jaren een nieuwe stad met haven te bouwen.
WERELDOORLOG II
In Mrt 1942 werd Hollandia zonder strijd bezet door de Japanners, die ten behoeve van hun opmars naar Australië, ten N. van het Sentanimeer, ca 30 km het binnenland in, een luchtbasis oprichtten. Toen generaal MacArthur begin 1944 via Nieuw-Guinea in N.W. richting begon op te rukken, besloot hij in Apr., om met voorbijgaan van de vijandelijke posities in Hansabaai en Wewak, een sprong van ruim 400 mijl te wagen ter herovering van Hollandia, toen de enig overgebleven grote Japanse luchtbasis in deze streek.
Op 3 Apr. werd daartoe door de Amerikaanse leger-luchtmacht een verrassende aanval op de Hollandia-vliegvelden uitgevoerd, waarbij ruim 200 Japanse vliegtuigen op de grond werden vernietigd. Twee weken later koos de uit ruim 200 schepen bestaande invasie-vloot met 79 800 man troepen aan boord, zee, beschermd door een onder bevel van schout-bij-nacht M. A. Mitscher staand eskader.
Op 22 Apr. werden landingen uitgevoerd in de Humboldtbaai (Hollandia), bij Tanah Merah (30 mijl bewesten Hollandia) en te Aitape (90 mijl beoosten Hollandia) onder leiding van schout-bijnacht D. E. Barbey. Slechts zeer geringe tegenstand werd ondervonden, maar door de moeilijke terreins-omstandigheden werden de vliegvelden eerst vier dagen later veroverd. Het bleek dat er zich totaal slechts ca 5000 man troepen in dit gebied bevonden. Na de herovering werd direct begonnen met het opzetten van een vooruitgeschoven basis voor alle drie krijgsmachtsonderdelen, de vliegvelden werden uitgebreid, kampementen op het bergplateau ten N. van het Sentani-meer gebouwd, een bevoorradings-basis en torpedobootjager-steunpunt te Hollandia gevestigd en een olielaadstation te Tanah Merah.
Op 8 Sept. 1944 verplaatste generaal MacArthur zijn hoofdkwartier van Brisbane (Australië) naar Hollandia, waar het gevestigd bleef tot in Mrt 1945 de Philippijnen weer in Amerikaanse handen waren overgegaan.
Na de Japanse overgave werden bij de liquidatie van de vele Amerikaanse steunpunten in die omgeving grote hoeveelheden materialen te Hollandia verzameld, waarvan de opslagruimte niet minder dan 250 000 m2 bedroeg. Deze werden grotendeels door de Ned.-Ind. regering opgekocht.