Duits geneesheer (Halle 19 Febr. 1660 - 12 Nov. 1742), was lange tijd professor in de geneeskunde te Halle, en de meest geziene theoreticus en practicus van zijn tijd. Hij was rationalist en mechanicist, en bracht alle ziekelijke verschijnselen terug op afwijkingen iil de spanning (tonus) van de vezels, want contractiliteit was datgeen wat de levende van de dode stof onderscheidde.
Dit was de theorie van het neurosisme, dat nog verschillende dochtersystemen voortbracht. Overigens was hij een goed practicus en zeer goed waarnemer, gaf goede beschrijvingen van hysterie, chlorose, en ziekten van de spijsverteringsorganen; verder bestudeerde hij minerale bronnen. De Hoffmann-druppels (1 deel aether op 3 delen alkohol en een populair middel tegen kramp en zenuwoverprikkeling) zijn naar hem genoemd.Bibl.: Medicina rationalis systematica (9 dln, 1718-1740); Medicina consultatoria U2 dln, 1721-1739).
Lit.: Mitteldeutsche Lebensbilder, IV (1929).