Germanist (Schmiedeberg, Uckermark, 19 Febr. 1780 - Berlijn 11 Juni 1856), studeerde in de letteren en de rechten en werd de eerste gewone hoogleraar in de Duitse filologie, sinds 1818 te Breslau, sinds 1824 te Berlijn. Zijn voornaamste verdienste is, dat hij vele middeleeuwse teksten uitgaf en daardoor voor het onderzoek toegankelijk maakte.
Bibi.: Minnesinger, Deutsche Liederdichter des 12., 13. und 14. Jahrh. (5 dln, 1826-1856); Gesamtabenteuer, 100 altdeutsche Erzählungen (3 dln, 1850); Heldenbuch, altdeutsche Helden (ieder aus dem Sagenkreise Dietrichs von Bern und der Nibelungen 2 dln, 1855).
Lit.: G. Astmann, F. v. H. und seine Forschungen zur deutschen Heldensage, diss. (1922).
