Nederlands theoloog en letterkundige (Haarlem 12 Mrt 1835 - Baarn 26 Sept. 1912), was als Doopsgezind predikant achtereenvolgens werkzaam te Den Helder, Vlissingen en Rotterdam.
Bibl.: Verscheidenheden (1867); Vondels sterfdag gevierd (1879); Ter nagedachtenis van Jacobus Bellamy (1881); Hulde aan Betje Wolff en Aagtje Deken (1884); De nachtwacht van Rembrandt (1890); Dr Nicolaas Beets (1903); Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken (1903-1904); Herinneringen aan Nicolaas Beets in woord en beeld (1904, 2de dr. 1906).
Lit.: Handelingen en levensber. Ned. Mij v. Letterk. (1922/’23).