Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DORP, Frederik van

betekenis & definitie

(Oost-Friesland 1547 - Tholen 1612), broederszoon van Arend van Dorp en neef van Louis de Boisot, was lid van het Compromis der Edelen en nam deel aan de slag bij Heiligerlee. Hij ontsnapte na de nederlaag bij Jemmingen.

Zich bij de Watergeuzen voegende, was hij zowel tegenwoordig bij de inneming van Den Briel (1572), als bij de slag van Reimerswaal (1574) en hielp Boisot bij het ontzet van Leiden (1574); in de verdediging van Zierikzee (1575/1576) en bij die van Maastricht (1579) speelde hij een belangrijke rol. Hij was in 1582 bij de verovering van Aalst, in 1584 bij de verdediging van Brussel en kort daarna bij het overvallen van het fort Liefkenshoek. In 1593 werd hij generaal-majoor van Zeeland. In 1596 vertrok hij als kolonel met 10 vendels naar Frankrijk, om koning Hendrik IV bij te staan. Hier onderscheidde hij zich bij de verovering van de stad La Fère zozeer, dat de koning hem tot ridder sloeg. Na zijn terugkeer werd hij bevelhebber te Hulst, doch moest deze stad aan de vijand overgeven (1596); daarna werd hij gouverneur van Oostende en verdedigde de vesting gedurende 1¼ jaar roemrijk tegen de vijand (Mrt 1602-Juli 1603). In 1606 diende hij als generaal van de artillerie bij de belegering van Brunswijk onder Ernst Casimir.

< >