snel zeilschip, ca 1850 in Noord Amerika ontwikkeld, daarna ook in andere landen. Karakteristiek: huid uitlopend in uitvallende „clippersteven” (voordien stomp voorschip met daarop geplaatste steven met stevenknie), verhouding lengte: breedte van 3½ à 4m op 5à 7m vergroot, „scherpe” lijnen.
Deze schepen bereikten onder gunstige omstandigheden soms grotere snelheid dan de toenmalige stoomschepen. Het voorvoegsel „klipper” bij binnenschepen wil zeggen dat op een oudere vorm eenclipperstevenen-boeg zijn geënt, (klipperaak. bijv.).Lit.: Bosil Lubbach, The China Clippers, The Colonial Clippers (1914); Carl C. Gutler, Greyhounds of the sea (1930); J. Oderwald, Nederl. Snelzeilers (1940); Teenstra, De Clippers (1946).
