Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CANON (rivierbedding)

betekenis & definitie

noemt men in Spaans Amerika en in het W. der V.S. een diepe, in de bodem ingesneden rivierbedding met nagenoeg loodrechte soms tot wel meer dan 1000 m hoge oevers. De naam wordt thans als regel voor zulke steile dalkloven gebruikt, ook elders in de wereld, bijv. in Spanje en in het lössgebied van China; maar nergens zijn zij zo groots als bij de westelijke Colorado en haar bronrivieren op de hoogvlakte tussen het Rotsgebergte en de Sierra Nevada.

De Grote Canon („Grand Canyon”) der Colorado heeft volgens Powell, die hem in 1869 bezocht, een lengte van 383 km en een diepte van 800-1300 m (volgens anderen zelfs van 1500-2000 m). Op sommige plaatsen zijn nabij elkaar gelegen canons enkel gescheiden door een betrekkelijk smalle, loodrechte rotsmuur ter hoogte van 1000 m. De oeverwanden bestaan bij de Colorado uit zandsteen, waaruit hier en daar marmer en graniet te voorschijn treden. De voorwaarden voor de uitslijping van zulke canons zijn: een droog klimaat, de aanwezigheid van krachtige rivieren, die dus uit een regenrijk brongebied afkomstig moeten zijn, en aardlagen, die aan de eroderende werking van het water geen te grote weerstand bieden (bijv. zandsteen), benevens een voldoend verval van de rivier.

De landen, waar zich de typische canons bevinden, zijn dan ook in de regel onvruchtbaar.

< >