(of Sneeuwgebergte), het hoogste gebergte van het Pyrenese schiereiland, vormt het middengedeelte van het bergterras van Granada en loopt met een flauwe, naar het Z. geopende boog door het zuidelijk gedeelte van Spanje, over een lengte van 100 km.
Dit gebergte is vooral door diepe, brede dalen omgeven en bestaat uit een hoofdketen van glimmer, waarbij zich in het Z. jurakalk, in het N. kalk en dolomiet aansluiten. De hoofdketen verheft zich het hoogst in het westelijk gedeelte, waar haar smalle kam een gemiddelde hoogte bereikt van 3000 m. Hier verrijzen toppen als de Cerro Caballo (3168 m), de Picacho de Veleta (3470 m), de Cumbre de Mulahacen (3481 m), de Cerro de la Alcazaba (3412 m) en de Cerro de Vacares (3250 m) naast diepe dalen met glaciale meren. De oostelijke helft bereikt in haar hoogste punt, de Pico de Xerez, een hoogte van 3087 m. In een diep dal, bij de Picacho de Veleta, vindt men de zuidelijkste gletsjer van Europa. De meeste passen liggen in het oostelijk gedeelte. Het gebergte vertakt zich het meest naar het Z. en vormt hier een groot aantal dalen; het bestaat voor het overige hoofdzakelijk uit flauw hellende, gewelfde ruggen.