levendig, soms heftig, verlangen; van begeren, begrip dat men in de traditionele psychologie van oudsher vindt onder de indeling der psychische functies (kennen, voelen en begeren). Ook vindt men de naam streven (z conatie), welke juister is, aangezien de term „begeren” in een redelijk toelaatbaar taalgebruik niet elke vorm van streven omvat, terwijl met enige goede wil onder streven wel: neigingen, driften, willen begrepen kunnen worden.
Uiteraard heeft de term „begeren” ook een ethische betekenis, meestentijds met een afkeurende bijbetekenis („begeerte naar macht”). Men dient echter in het oog te houden, dat begeerten zich plegen te ontwikkelen op een ondergrond van op zichzelf niet te veroordelen behoeften, welke door onvoldoende bevrediging overdreven kracht kunnen krijgen en zich te pas en te onpas kunnen uiten. Disciplinering door gewoontevorming en gewetensvol besluit, sublimering en afleiding langs onschadelijke kanalen spelen bij de opvoeding en in het volwassen leven een rol. Daarnaast moet een verantwoorde bevrediging en een wekken van gewenste behoeften als eis genoemd worden (z handeling).PROF. DR M. J. LANGEVELD
Bibl.: Versch. artt. in de Psychologische Forschungen, dl 14, 15, vlg.; Hartshorne en May, Studies in service and selfcontrol
(1959).