(Rudolf) (von), histoloog en embryoloog (Zürich 6 Juli 1817 - Würzburg 2 Nov. 1905), studeerde geneeskunde, was leerling van Johannes Müller en Henle; was eerst bij de laatste prosector, werd 1845 hoogleraar in de Physiologie en vergelijkende anatomie en ging in 1847 als zodanig naar Würzburg. Hij is beroemd vanwege zijn ontdekkingen, de weefselleer betreffende, en als schrijver van het Handbuch der Gewebelehrefür Aerzte und Studierende (Leipzig 1852).
Hij ontwikkelde ook de leer der Darwinistische evolutie.Bibi.: Mikroskopische Anatomie (2 dln, 1850-1854); Die Entwicklungsgesch. des Menschen und der Tiere (1861, 2de dr. 1879); Icones histologicae (2 dln, 1863-1865); Erinnerungen aus meinem Leben (1899), m. bibl.
Lit.: Anat. Anz. XXVIII (1906); Ztschr. f. wiss. Zool. LXXXTV (1906).
