Nederlands taalkundige (Koog aan de Zaan 4 Dec. 1858 - Groningen 14 Febr. 1938), studeerde te Leiden in de Nederlandse letteren, was van 1883-1911 redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche taal en werd in 1911 hoogleraar in de Nederlandse taal en letterkunde te Groningen. Behalve zijn proefschrift Proeve eener critiek op het woordenboek van Kiliaan (1884) heeft hij geen publicaties in boekvorm doen verschijnen.
Merendeels zijn zijn studiën neergelegd in tijdschriftartikelen, ten dele herdrukt in Verspreide Opstellen (1929).