Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ahaus

betekenis & definitie

Duitse stad (met ± 6000 inw.) in Munsterland tegen de Nederlandse grens gelegen aan de Aa, welke later als Buurserbeek en eindelijk als Schipbeek bij Deventer in de IJsel uitstroomt. Ahaus heeft katoen-, jute- en tabaksindustrie.

Op 13 Oct. 1863 werd het door brand zo goed als geheel vernield. In de Middeleeuwen vormde het het middelpunt van een afzonderlijke heerlijkheid, welke in het bezit van de vorsten van Salm geraakte, waarvan nog voor kort het kasteel aanwezig was. Het is de hoofdplaats van de kreis van die naam, die op 684 km2 (1939) 78 700 inw. telde. Eind 1946 had de plaats, met de thans tot het stadsgebied gerekende plaatsen Amt-Wüllen en Ammeln, 10 530 inw.In Wereldoorlog II is Ahaus tweemaal gebombardeerd; de schade bedroeg 25 pet van de totale oppervlakte, 30 pet van het aantal huizen. Het „Schloss zu Ahaus” werd geheel vernield. Ook werd de grootste industrie, de jutespinnerij, door bommen verwoest.

< >