Ungern-Sternberg

betekenis & definitie

Ungern-Sternberg (Alexander, vrijheer von), een schrijver van losse en luchtige romans, werd geboren den 22sten April 1806 op zijn vaderlijk landgoed Noistfer bij Reval, bezocht het gymnasium te Dorpat en was bestemd voor de studie der regtsgeleerdheid, doch gaf gehoor aan zijne neiging tot de fraaie letteren en vertrok in 1830 naar Duitschland, waar hij op verschillende plaatsen en vervolgens duurzaam te Dresden zijn verblijf hield. Hij overleed den 28sten Augustus 1868 te Dannenwalde in Mecklenburg-Strelitz. Hij leverde eene reeks van romans en novellen, van welke wij noemen: „St. Sylvan (1839)”, — „Die gelbe Gräfin (1840)”, — „Berühmte Frauen des 18 Jahrhunderts (1848)”, — „Galathee (1836)”, — „Psyche (1838, 2 dln)”, — „Diane (1842, 3 dln)", — „Paul (1845, 3 dln)”, — „Neu-preuszischen Zeitbilder (1849)”, — „Braune Märchen (1850; 4de druk, 1875)”, — „Die Ritter von Marienburg (1853, 3 dln)”, — „Erinnerungsblätter (1855—1860, 6 dln)”, — „Die Dresdener Galerie (1857—1858, 2 dln)”, — „Dorothea von Kurland (1859, 3 dln)”, — „Elizabeth Charlotte (1861, 3 dln)”, — „Peter Paul Rubens (1862)”, — „Novellen (1832— 1835; 5 dln)”, — „Erzählungen und Novellen (1844, 4 dln)”, — en „Kleine Romane und Erzählungen (1862, 3 dln)”.