Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Trappisten

betekenis & definitie

Trappisten is de naam eener monnikenorde, gesticht door de Rancé (zie aldaar), toen hij den eigendom herkreeg van de abdij der Cisterciënsers La Trappe bij Mortagne in het departement Orne. Zij was reeds in 1122 gesticht en droeg aanvankelijk den naam van „Notre dame de la maison Dieu”, maar verkreeg later dien van „La Trappe (Valdeur)” wegens den zeer naauwen toegang tot het dal. Rancé riep monniken van den gestrengsten regel der Benedictijnen derwaarts, herstelde het klooster, dat tot een roofnest vervallen was, en werd zelf monnik en na voleindiging van het proefjaar in 1665 abt van La Trappe, waar hij terstond den regel invoerde, die wegens zijne hardheid berucht is geworden. De Trappisten moeten des morgens te 2 ure opstaan, dagelijks 11 uur besteden aan het lezen van de mis en den overigen tijd met akkerwerk doorbrengen.

Des avonds werken zij eenige minuten aan hun graf en leggen zich daarop ter ruste op stroo in doodkisten. Hunne gedachten moeten steeds gevestigd blijven op boete en dood, zoodat behalve gebeden en gezangen en het „memento mori (gedenk te sterven)”, waarmede zij elkander groeten, geen woord over hunne lippen mag komen. Hun voedsel bestaat uit wortels en kruiden, vruchten, groenten en water, hunne kleeding, uit klompen, eene pij, een kap en een gordel. De voorgeschrevene kastijdingen zijn heviger dan bij eene andere orde. De Trappisten worden verdeeld in leekebroeders en professen, en men heeft daarenboven fréres-donnés, namelijk zoodanigen, die wegens boetedoening slechts tijdelijk tot de Orde behooren.

Prinses Louise de Condé stichtte eene vrouwelijke afdeeling der Orde te Clacet in Frankrijk. Toen de storm der Groote Omwenteling de geestelijke orden uit Frankrijk verdreef, namen de Trappisten de wijk naar het land van Paderborn, maar werden in 1802 door de Pruissische regéring verbannen, — voorts in 1811 uit Freiburg en in 1812 uit Darfeld, waarna zij in 1817 naar hun voormalig klooster in Frankrijk terugkeerden. Vandaar werden tot 1823 niet minder dan 10 Trappistenvereenigen elders gesticht, die vooral onder de leiding van Geramb een hoogen trap van bloei bereikten. Een Koninklijk besluit van 10 Junij 1828 beval de sluiting van al de kloosters der Trappisten, maar werd niet ten uitvoer gelegd, en na de Julij-omwenteling bleef de Orde onder den naam van „Congrégation des religieus Cisterciens de Notre Dame de la Trappe” nog altijd bestaan en stichtte in 1844 zelfs eene kolonie in Algiers. Tot hen behooren voorts de Trappistenpredikers, in 1851 in het bisdom Sens ontstaan en dienstbaar gesteld aan de R. Katholieke missie.

< >