Tegetthoff (Wilhelm, vrijheer von), een Oostenrijksch admiraal, geboren in 1827 te Marburg in Stiermarken, ontving zijne opleiding op het marine-instituut te Venetië, trad in 1845 als kadet in dienst, nam in 1848—1849 deel aan de blokkade van Venetië, werd tot luitenant bevorderd in 1851, volbragt onderscheidene togten op de Middellandsche Zee, werd in 1857 kapitein van eene korvet en had op last van den aartshertog Maximiliaan het kommando over eene expeditie naar het eiland Socotra in de Arabische Zee. In 1857 vergezelde hij den Aartshertog op eene reis naar Brazilië, werd in 1861 kommandant van een linieschip en voerde in 1862 bevel over het Oostenrijksch eskader, dat na het vertrek van koning Otto in de Grieksche wateren kruiste. Zijne eerste lauweren verwierf hij echter den 9den Mei 1864 bij Helgoland in een zeegevecht tegen de Denen. Hij werd daarop schout-bij-nacht en ontving van de burgers der stad Hamburg een prachtig geschenk.
Hij handhaafde zijn roem in 1866 in den zeeslag bij Lissa (zie aldaar), waar hij eene glansrijke overwinning behaalde op de Italianen. Nu zag hij zich benoemd tot viceadmiraal en ontving de opdragt, in Amerika en in Engeland maritime etablissementen te bezoeken en de daardoor verkregen kennis ten nutte der vaderlandsche vloot aan te wenden. Overal werd de overwinnaar van Lissa met de grootste onderscheiding ontvangen. In Julij 1867 bragt hij het stoffelijk overschot van keizer Maximiliaan uit Mexico naar Europa, en in 1868 werd hij in plaats van hertog Leopold tot inspecteur-generaal en opperbevelhebber der marine, voorts tot lid van den Geheimen Raad en van het Huis der Heeren benoemd, waar hij tot de partij der constitutionélen behoorde. Hij overleed te Weenen den 7den April 1871, en te Marburg, Pola en Weenen verrezen gedenkteekenen ter zijner eere.